Ga direct naar de content

Arbeidsparticipatie eurozone voor het eerst hoger dan in de VS

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 7 2021

Het uitbreken van de pandemie in het eerste kwartaal van 2020 ging aanvankelijk in ontwikkelde economieën gepaard met een aanzienlijke daling van de arbeidsparticipatie.

De daling van de participatie in de eurozone was echter van kortere duur dan die in de Verenigde Staten. Zo lag de arbeidsparticipatie in de eurozone eind 2020 slechts 0,4 procentpunt onder het niveau van vóór de corona, terwijl deze in de VS nog 1,4 procentpunt lager lag. De arbeidsparticipatie van 15- tot 65-jarigen in de eurozone lag hiermee eind 2020 voor het eerst boven het niveau in de VS.

De arbeidsmarktparticipatie van mensen in de actieve leeftijdsgroep (25­-55 jaar) in de eurozone herstelt zich sneller dan in de Verenigde Staten. Verschillen in de beleidsrespons vormen mogelijk een verklaring voor het snellere herstel van de arbeidsparticipatie in de eurozone. In de euro­zone is er meer gebruikgemaakt van baanbehoudsregelingen, terwijl de VS meer generieke inkomensondersteuning toepaste waardoor de werkloosheid sterker toenam. Door de hogere werkloosheid in de VS zijn er mogelijk meer mensen voorlopig of voorgoed uit de beroepsbevolking gestapt – de zogenaamd ‘ontmoedigde werkers’. Ook hanteerden sommige regio’s in de VS langdurigere schoolsluitingen dan in de eurozone, waardoor volwassenen zich mogelijk genoodzaakt zagen om al dan niet tijdelijk de arbeidsmarkt te verlaten.

De participatieachterstand van de eurozone op de VS is al langere tijd aan het afnemen vanwege structurele ontwikkelingen. In de eurozone is de arbeidsparticipatie sinds 2005 geleidelijk gestegen, met name bij vrouwen en ouderen. Zo nam de arbeidsparticipatie van 55- tot 65-jarigen met twintig procentpunt toe, mede als gevolg van pensioenhervormingen. Daarnaast hebben ook arbeidsmarkt- en belastinghervormingen bijgedragen aan een stijging van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Daarentegen is sinds de financiële crisis de arbeidsparticipatie in de VS juist afgenomen, met name onder ‘prime-aged workers’ (25- tot 55-jarigen), en is er vanaf 2016 wel een ommekeer zichtbaar geworden. Overigens zegt het verschil in participatie tussen de VS en de eurozone niet noodzakelijkerwijs iets over de gewerkte uren, aangezien men in de eurozone vaker parttime werkt.

Auteur