Ga direct naar de content

Rijksgeld voor gemeenten via steeds meer kanalen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 3 2021

■ Linda Toolsema (COELO)

Gemeenten dekken ruim zestig procent van hun uitgaven met geld dat ze ontvangen van het Rijk. Inkomsten uit gemeentelijke belastingen spelen dus, anders dan veel mensen denken, een veel kleinere rol, want deze bedragen slechts zeventien procent van de uitgaven.

In 2019 ontvingen gemeenten in totaal 39 miljard euro van het Rijk. Ruim 8 miljard euro kwam binnen via specifieke uitkeringen (geoormerkt voor bepaalde uitgaven) en 31 miljard via het Gemeentefonds (in principe vrij besteedbaar). De algemene uitkering was met 25 miljard euro de grootste Gemeentefondsuitkering.

Het totaalbedrag aan uitkeringen was het hoogst voor Vlissingen met 3.998 euro per inwoner per jaar, bijna 85 procent meer dan het landelijk gemiddelde van 2.162 euro per inwoner. Bloemendaal kreeg het minst, 1.014 euro. Grotere gemeenten en gemeenten in het noorden ontvangen meer geld van het Rijk, vooral vanwege hun zwakkere sociale structuur, waardoor meer geld nodig is voor bijstand en zorg.

In 2015 nam het totaalbedrag van de rijksuitkeringen sterk toe vanwege de decentralisaties in het sociale domein. Sindsdien is dit totaalbedrag vrij stabiel gebleven. Wel wordt het verdeeld via steeds meer verschillende uitkeringen. Het totale aantal rijksuitkeringen is jarenlang zeer fors gedaald, van meer dan 500 in 1980 naar 57 in 2013. Sindsdien is dit aantal echter weer bijna verdubbeld, tot 107 in 2019 (figuur).

Ook het aantal kleinere uitkeringen via het Gemeentefonds neemt toe, van 35 in 2013 naar 77 in 2019 (waarvan er 18 naar slechts één enkele gemeente gingen). Meer recent stijgt ook het aantal specifieke uitkeringen aanzienlijk, van 16 in 2017 naar 41 in 2019.

Het lijkt onnodig om zo veel verschillende uitkeringen te verstrekken, met vaak complexe verdeelstelsels. De verdeling van de grootste uitkering, de algemene uitkering, correleert sterk met de verdeling van de rest van de uitkeringen en de uitkomsten komen dus grotendeels overeen. Het is daarom wenselijk het aantal uitkeringen (opnieuw) terug te dringen en daarmee de transparantie te verhogen, de verantwoordingsverplichtingen te verminderen en de decentrale beleidsvrijheid te vergroten.

Auteur