Ga direct naar de content

Inkomensgelijkheid en automatische stabilisatie gaan samen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 6 2019

■ Joris van Dijk en Toep van Dijk (Ministerie van Financiën)

Landen gebruiken belastingen en sociale zekerheid om de inkomensverdeling te beïnvloeden. Het is aan de politiek om een keuze te maken over de mate van inkomensherverdeling. Deze keuze heeft ook invloed op de mate waarin belastingen en sociale stelsels bijdragen aan automatische stabilisatie van het inkomen bij economische schokken.

De automatische inkomensstabilisatie is groter naarmate het belastingstelsel en de sociale zekerheid progressiever zijn ingericht. De figuur illustreert dit door de bijdrage aan inkomensstabilisatie van belastingen en sociale stelsels van landen in de Europese Unie af te zetten tegen de ex-post Gini-­coëfficiënt, oftewel de inkomensongelijkheid na afdrachten aan belastingen en sociale zekerheid.

De figuur toont enerzijds hoe groot het dempende effect is van het belastingstelsel en het sociale stelsel op het huishoudinkomen bij een negatieve inkomensschok van vijf procent. Dit varieert van 45 procent in ­Oostenrijk (een inkomensverlies van circa 2,75 procentpunt) tot 23 ­procent in Estland (een inkomensverlies van circa 4 procentpunt).

Anderzijds laat de figuur zien dat een hogere mate van inkomensstabilisatie over het algemeen samengaat met een lagere structurele ongelijkheid. Dit komt doordat bij een progressief stelsel de belastingverplichtingen relatief snel dalen bij een schok, bijvoorbeeld doordat mensen in lagere schijven belanden. Stabilisatie via de uitgaven stijgt als gevolg van hoge overdrachten aan lagere inkomens.

Bij het ontbreken van zelfstandig monetair beleid voor individuele eurolanden pleiten beleidsmakers uit diverse eurolanden vaak voor een ­centrale, publiek gefinancierde, stabilisatiefunctie om schokken op te vangen. De figuur laat echter zien dat er op nationaal niveau nog aanzienlijke ruimte is voor verbeteringen. Eurolanden met relatief hoge ongelijkheid, zoals Italië en Spanje, hebben de mogelijkheid om hun economieën schokbestendiger te maken via het belastingstelsel en de sociale zekerheid.

Hier past wel een belangrijke nuancering. Simulaties van de inkomensontwikkeling vertellen niet het volledige verhaal over de totale mate van stabilisatie die de begroting biedt. Om automatische stabilisatoren goed te laten werken, is bijvoorbeeld ook een voldoende laag schuldniveau nodig ter waarborging van de kredietwaardigheid, naast een voldoende progressief stelsel van belastingen en uitkeringen.

Auteurs