Ga direct naar de content

Sterke toename tijdelijke arbeidscontracten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 16 2018

■ Martin Admiraal (DNB)

Het aandeel tijdelijke arbeidscontracten is in Nederland sterk toegenomen. Op basis van Europees geharmoniseerde cijfers bleek dat in 2017 bijna 22 procent van de werknemers een tijdelijk contract had. Rond 2005 was dat circa 15 procent en in 1985 nog slechts 8 procent.

Vergeleken met andere landen hoort Nederland, samen met Spanje en Portugal, bij de drie eurolanden met het hoogste percentage tijdelijke contracten (figuur). In Spanje daalde tijdens de crisis het aandeel ­tijdelijke contracten scherp en is het pas recent weer aan het toenemen. De Baltische staten kennen het laagste percentage, en in Letland en Litouwen is dat ook structureel dalend. Opmerkelijk is bovendien dat in Duitsland het aandeel tijdelijke contracten sinds 2008 geleidelijk afneemt.

In Nederland is – net als in Ierland, Italië en Frankrijk – sinds 2005 een haast ononderbroken groei van de tijdelijke contracten te zien. Deze beweging van vast naar tijdelijk is in Nederland bijzonder uitgesproken. In de periode 2005–2017 nam het aantal personen met een vast contract met 450.000 af terwijl het aantal mensen met een tijdelijk contract met 800.000 steeg, en pas recent is de groei van het aantal vaste contracten weer hoger dan dat van het aantal tijdelijke contracten. Volgens onderzoek van de Rabobank is in Nederland vooral het aandeel van jongeren tot ­dertig jaar met een tijdelijk contract hoog. Bovendien duurt het voor deze groep langer dan voor oudere generaties om een vast contract te krijgen.

Voor werkgevers biedt een tijdelijk contract de flexibiliteit om in crisis­perioden sneller kosten te kunnen reduceren, maar werknemers kunnen nadelen ervaren. Vaak is de keuze voor een tijdelijk contract onvrijwillig. Er blijft immers onzekerheid over inkomen en arbeidsmarktperspectief bestaan. Ook de doorstroming naar een vast contact hapert vaak. Een gevolg kan zijn dat er een segmentatie tussen kansrijke en kansarme werknemers ontstaat. Informatie uit het Europese loonstructuuronderzoek wijst uit dat mensen met een tijdelijk contract gemiddeld een lager loon ontvangen voor hetzelfde werk. Deze loonkloof bleek in vrijwel elk Europees land voor te komen en was over het algemeen groter in landen met veel tijdelijke arbeidscontracten.

Auteur

Categorieën