Ga direct naar de content

Zestigplussers werken steeds vaker door

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 2 2018

■ Jeremy Weidum (CBS)

Doordat mannen ouder worden en langer doorwerken, is er in tien jaar een ingrijpende verandering zichtbaar in de inkomstenbron van zestigplussers. Dat blijkt als we de belangrijkste inkomstenbron van het cohort mannen die in september 2001 zestig jaar oud waren vergelijken met dezelfde leeftijdsgroep tien jaar later.

Inkomen uit arbeid is de belangrijks inkomstenbron voor zestigjarigen in 2011: 68 procent van hen had een baan als werknemer of zelfstandige. Wanneer men geen werk had was men in vijftien procent van de gevallen afhankelijk van een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid of ziekte. Een aanzienlijk kleiner deel, zeven procent, had een bijstands- of WW-uitkering en nog eens zeven procent was met vervroegd pensioen.

Met het vorderen van de leeftijd vindt een verschuiving plaats van werk naar vervroegd pensioen (figuur). Zo was in september 2015, toen deze mannen de leeftijd van 64 jaar hadden bereikt, het aandeel met een baan als voornaamste inkomstenbron gedaald tot 43 procent. Het percentage dat vooral leefde van een pensioenuitkering was in dezelfde periode toegenomen tot 26 procent. De afhankelijkheid van een uitkering was eveneens iets gestegen. Bij de 64-jarigen kwam het aandeel met een bijstands- of WW-uitkering op negen procent uit, het aandeel met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of uitkering wegens ziekte op achttien procent.

Wanneer we deze cijfers vergelijken met hetzelfde cohort tien jaar eerder dan blijkt dat er veel minder zestigjarige mannen aan het werk waren (39 procent in 2001 versus 68 procent in 2011). Daarentegen hadden meer een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid of ziekte of een pensioenuitkering.

Ook in de jaren richting de pensioenleeftijd werd minder gewerkt. Zo vormde in 2005 nog slechts bij veertien procent van de 64-jarigen het werk de voornaamste inkomstenbron, terwijl dat in 2015 naar 43 procent is gestegen. Deze verschuiving naar langer doorwerken hangt voor een deel samen met veranderde regelgeving. Voor werknemers in het cohort 2001–2005 was het vaak gunstiger gebruik te maken van regelingen voor vervroegde uittreding (VUT) en prepensioen en was het gemakkelijker om een arbeidsongeschiktheidsuitkering te verkrijgen.

Auteur

Categorieën