Ga direct naar de content

Het doek is nog niet gevallen voor gas

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 20 2018

■ Farah Abi Morshed (ABN Amro)

De Europese milieuagenda is in Nederland vertaald naar strikte doelstellingen: een reductie van de CO2-uitstoot met 49 procent in 2030 en 95 procent in 2050. Daarnaast is besloten om de gaswinning in Groningen uiterlijk in 2030 te stoppen en de afhankelijkheid van gas in zijn totaliteit te verminderen teneinde de ontwikkeling van duurzame energie te bevorderen. Beide ontwikkelingen leiden tot een afname van gasgebruik en een toename van elektriciteitsgebruik.

Op dit moment komt veertien procent van de totale elektriciteit- en warmteproductie in Nederland uit duurzame bronnen en het restant vooral uit gas en steenkool (figuur). Bij de transitie van gas naar elektriciteit zal de elektriciteitsproductie uit andere bronnen dus omhoog moeten.

In de figuur is het energietekort weergegeven, waarbij het aandeel energie opgewekt door wind flink toeneemt, en eenvoudigheidshalve is aangenomen dat de energieproductie uit andere energiebronnen (zon, water, biomassa en nucleair) gelijk blijft. Ook is aangenomen dat de benodigde energie en verwarming in zijn totaliteit gelijk blijft.

Vergroting van de productie van duurzame energie is weliswaar een optie, maar dit zal niet toereikend zijn. Om in de vraag naar elektriciteit te voorzien, zijn dus gasgestookte centrales nodig. Het tekort moet worden aangevuld met hoogcalorisch gas uit Rusland en vloeibaar aardgas uit Qatar, Australië en de VS. ‘Blauwe’ waterstof dat uit aardgas wordt getrokken, in combinatie met CO2-opslag en -afvang, kan ook voor een deel het tekort opvangen.

Vanaf 2050 is dankzij de snelle ontwikkeling van duurzame energiebronnen en vooral offshore windparken voldoende duurzame energie beschikbaar om in de vraag naar elektriciteit te voorzien. Maar ook dan is gas nodig om niet alleen pieken in de vraag, maar ook fluctuaties in de opwekking van duurzame energie (‘intermittentie’) op te vangen. Bij een overschot van duurzame productie tijdens daluren kan ‘groene’ waterstof, die met gebruik van duurzame energie wordt opgewekt door elektrolyse van water, worden opgeslagen en tijdens piekuren worden gebruikt. Desalniettemin zal gas een belangrijke rol blijven spelen tijdens en na de overgang naar duurzame energiebronnen: als energiebron of reservecapaciteit.

Auteur

Categorieën