Ga direct naar de content

Aanwijzingen voor procyclisch beleid eurolanden

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: augustus 8 2018

■ Yoshua Witteveen en Toep van Dijk (Ministerie van Financiën)

Uit de lenteraming van de Europese Commissie blijkt dat de economie van de eurozone verder aantrekt: de Commissie voorziet een groei van 2,4 procent in 2018 en 2,3 procent in 2019.

Tegelijkertijd kampen verschillende lidstaten nog met een hoge overheidsschuld. Die schuld komt met gemiddeld 86,5 procent van het bbp nog altijd ver boven de zestigprocentsnorm uit die volgt uit de Europese begrotingsregels. Uit de lenteraming blijkt bovendien dat veel lidstaten zich dit jaar minder inspannen om begrotingstekorten terug te dringen.

De begrotingsregels schrijven voor dat lidstaten dienen te voldoen aan een middellangetermijndoelstelling (medium term objective, MTO) of daar voldoende snel naartoe moeten bewegen. De MTO is het gewenste structurele begrotingssaldo op de middellange termijn, waarbij het nominale begrotingssaldo geschoond is voor conjunctuurontwikkelingen en eenmalige uitgaven.

Nederland voldoet, samen met vijf andere eurolanden, aan de MTO. Voor de overige twaalf eurolanden die nog niet voldoen aan de MTO is in de figuur hun begrotingsinspanning dit jaar (horizontale as) afgezet tegen de stand van de conjunctuur (verticale as). De begrotingsinspanning is gedefinieerd als het verschil tussen het structurele begrotingstekort in 2017 en 2018. De stand van de conjunctuur is bepaald aan de hand van de outputgap, het verschil tussen potentiële output en daadwerkelijke output in een lidstaat.

Uit de figuur volgt dat de economieën van alle twaalf lidstaten zich in 2018 op hun potentieel of in hoogconjunctuur bevinden, behalve Italië. Aan de andere kant laat de figuur zien dat het structurele begrotingstekort in bijna al deze lidstaten verslechtert. Deze combinatie zou een indicatie kunnen zijn van procyclisch begrotingsbeleid. Begrotingsbeleid is echter idealiter anticyclisch van aard, zodat economische schokken kunnen worden opgevangen met behulp van automatische stabilisatoren in nationale begrotingen, en oververhitting van de economie zodoende wordt voorkomen. Lidstaten die nog niet op hun MTO zitten, zouden de huidige hoogconjunctuur daarom juist moeten aangrijpen om begrotingsbuffers op te bouwen en schulden terug te dringen, ook als ze voldoen aan de drieprocentsnorm voor het begrotingstekort. Dat is in het belang van de lidstaten zelf en de eurozone als geheel.

Auteurs

1 reactie

  1. P.C. Dams
    6 jaar geleden

    Regels binnen de EU zijn verworden tot intenties.