Ga direct naar de content

Statistiek: Minder werknemers in routinematige beroepen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 9 2018

■ Jasper Menger en Jannes de Vries (CBS)

In de afgelopen twintig jaar is de beroepenstructuur in Nederland veranderd; het werken in routinematige beroepen is afgenomen en het werken in beroepen met een hoger niveau toegenomen (figuur). Dit komt vooral doordat binnen sectoren minder werknemers in routine­matige beroepen zijn gaan werken en nauwelijks door een verschuiving van werk, waarbij sectoren met een groot aandeel routinematige beroepen zijn gekrompen en sectoren waarin ­weinig in routinematige beroepen wordt gewerkt zijn gegroeid.

Routinematige taken zijn taken die makkelijk in regels en procedures kunnen worden beschreven en daardoor goed te automatiseren zijn. Routinematigheid is onder te verdelen in cognitieve taken, zoals berekeningen maken of boekhouden, of handvaardige taken, bijvoorbeeld het besturen of bedienen van machines. In 1996 was van alle taken in beroepen gemiddeld 27 procent routinematig, en in 2016 is dit afgenomen tot 23 procent.

Het niveau van het gemiddelde beroep is in dezelfde periode juist gestegen. In 1996 bedroeg het gemiddelde beroepsniveau 13,7 jaar aan scholing, en in 2016 is dit met ongeveer vier procent toegenomen tot 14,3 jaar. Het beroepsniveau is in dit geval afgemeten aan het gemiddelde onderwijsniveau van de werkenden in een bepaalde beroepsgroep in 2014. Hiervoor is per opleiding bepaald wat het aantal benodigde jaren scholing is om dit niveau te bereiken. Voor een individueel beroep is het beroepsniveau daardoor in alle jaren hetzelfde en de waargenomen toename van het totale beroepsniveau is een gevolg van het feit dat meer werknemers in een beroep met een hoog beroepsniveau zijn gaan werken.

Het werken in routinematige beroepen en het beroepsniveau hangen onder andere samen met de internationale oriëntatie van het bedrijf waarin men werkt. Werknemers in bedrijven onder buitenlandse zeggenschap hebben een minder routinematig beroep en een beroep van een hoger niveau dan werknemers in Nederlandse bedrijven, ook wanneer rekening wordt gehouden met achtergrondkenmerken zoals de bedrijfsgrootte of persoonskenmerken.

Auteurs