Ga direct naar de content

Statistiek: Ontwikkelingen in de overheidsinvesteringen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 3 2016

De figuur geeft vier maatstaven voor de omvang van overheidsinvesteringen weer. De overheid bestaat bij alle vier maatstaven uit de totale overheid, oftewel de centrale overheid, lokale overheden en socialezekerheidsfondsen tezamen.

De bruto-investeringen (lijnen, gemeten op de linkeras) zijn een maatstaf voor de groei van de publieke kapitaalgoederenvoorraad, zonder dat er rekening is gehouden met het feit dat afschrijvingen de waarde van die voorraad verminderen. De netto-investeringen houden wel rekening met de waardevermindering door afschrijving en zijn zodoende een maatstaf voor de waardetoename of -afname van de publieke kapitaalgoederenvoorraad. De publieke kapitaalgoederenvoorraad bestaat uit activa die meer dan één jaar worden gebruikt in het productieproces en die tot stand zijn gekomen door publieke investeringen.

Het effect van de crisis is bij de bruto- en netto-investeringen duidelijk zichtbaar. Vanaf 2005 is er sprake van een stijging, na 2009 is er een permanente daling. In 2014 liggen de bruto-investeringen op het niveau van rond het jaar 2001. De netto-investeringen waren nog niet eerder zo laag als in 2014, waardoor de waarde van de publieke kapitaalvoorraad nog maar net op peil wordt gehouden.

De bruto- en netto-overheidsinvesteringen als percentage van het bbp bevestigen deze patronen (kolommen, gemeten op de rechteras). Er is dus geen sprake van teruglopende investeringen, alleen omdat het bbp lager is.

Op basis van deze cijfers kan geen conclusie worden getrokken over het gewenste niveau van overheidsinvesteringen. De een zal hierin het risico zien dat de overheid te veel kortetermijnbeleid voert en bezuinigt, een ander ziet de kans om bij overheidsinvesteringen overbodige uitgaven te beperken.

Auteur