Ga direct naar de content

‘Waardeer ideeën, niet publicaties’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 9 2020

Harry van Dalen liet met een enquête zien dat economen heel verschillend denken over de toegenomen publicatiedruk in de academische wereld (Van Dalen, 2020). De meeste academici zien vooral nadelen, maar de hoogleraren zijn veelal positiever gestemd. Hoe kijkt hij er als hoogleraar zelf naar?

Harry van Dalen: Hoogleraar aan Tilburg University

Wetenschappers worden gestimuleerd om te publiceren: is dat een probleem?

“Een voordeel is dat de focus op publicatiecijfers je mobiliteit binnen de universiteit vergroot als je talentvol bent. Je bent minder afhankelijk van vriendjespolitiek.

Het nadeel is dat publiceren de maat der dingen wordt. De waarde van wetenschappers wordt uitgedrukt in de hoeveelheid publicaties en citaties, in plaats van in de kwaliteit van de bijdrage. Het belang van publiceren en de druk die hieruit volgt, kan omslaan in ongezonde druk. Dat kan leiden tot burn-out-klachten, verwaarlozing van onderwijs of het vervallen in onethische praktijken om tot publicaties te komen. Een ontwikkeling die ik zelf betreur, is dat het schrijven voor een Nederlands publiek steeds meer ondergewaardeerd wordt. Het blijft toch je moerstaal en het biedt voor mij een podium om eerst eens wat met ideeën te spelen of om eens aan een praktisch publiek te laten zien wat we weten.”

Maak je de publiatiedruk zelf mee?

“Ik breng al mijn hele leven in de wetenschap door en dan zie je wel veel veranderen. Om me heen merk ik dat mensen steeds meer bezig zijn met publiceren en zelf voel ik ook dat de druk is toegenomen.

Er zijn steeds meer wetenschappers en iedereen wil in een top- of subtoptijdschrift schrijven. Hierdoor is de kans om te publiceren sterk afgenomen, net als de kans om onderzoeksfondsen binnen te halen. Daarmee is de wetenschap echt topsport geworden – en de economische wetenschap misschien nog meer omdat economen gek zijn op ranglijsten.”

Hoe kan het beter?

“Het ombuigen van deze cultuur zal iets van de lange adem zijn. Het wie-schrijft-die-blijft-beleid is vaak zelfs vastgelegd in reglementen van faculteiten. Als je niet genoeg publiceert in de juiste tijdschriften, dan kan je een vaste aanstelling wel vergeten.

Verbetering zal dus ook vanuit het bestuur moeten komen, maar dat is lastig. Kan je als bestuurder de verleiding weerstaan om niet naar ranglijsten te kijken? Wat is er immers makkelijker dan je prestatie als universiteit neer te zetten in één cijfer?

Om te beginnen zou je niet meer die economen- en universiteitsranglijsten kunnen publiceren. Nederland barst van de goede economen die de kunst van het publiceren onder de knie hebben, dus de aanjaagfunctie van een ranglijst is niet meer nodig. De enige ranglijst die je nu nog kan maken is een ranglijst van grote ideeën. Het klinkt een beetje idealistisch, maar dat is volgens mij de manier om weer terug te keren bij de bron: het ontwikkelen van de grote ideeën over hoe de wereld in elkaar steekt.

We kunnen ook meer kenbaar maken welk onderzoek het beleid in de goede richting heeft geduwd. Nu worden enkel citaties gezien als het applaus voor je werk, maar meer aandacht voor waardering in woorden in plaats van cijfers kan geen kwaad.

Prijzen kunnen hierbij ook een belangrijke rol spelen. Natuurlijk is de Nobelprijs maar voor enkelen weggelegd, maar je ziet aan de toekenning van deze prijs hoe ondergewaardeerd onderzoek opeens een nieuw leven krijgt.

Uiteindelijk hoop ik dat publicaties en citaties met meer relativering worden bekeken en gebruikt. Publiceren is belangrijk, maar uiteindelijk draait het om de kwaliteit van ideeën.”

Literatuur

Dalen, H.P. van (2020) How the publish-or-perish principle divides a science: the case of academic economists. CentER Discussion Paper, 2020-020.

Auteur

Categorieën