Ga direct naar de content

Met micro-experimenten lossen we de grote uitdagingen niet op

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 13 2020

In 2019 werd de Nobelprijs voor de economie toegekend aan Esther Duflo, Abhijit Banerjee en Michael Kremer. Zij ontvingen deze voor hun gerandomiseerde experimenten (in het jargon: Randomised Controlled Trials oftewel RCT’s) die bijdragen aan wereldwijde armoedebestrijding. Met name op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg in ontwikkelingslanden hebben deze experimenten ons veel geleerd over welke interventies wel of juist niet werken. Dat is enorme winst, omdat hierdoor ontwikkelingsbeleid en ontwikkelingshulp op deze specifieke terreinen effectiever kunnen worden gemaakt.

Naomi Leefmans, onderzoeker en docent aan de Universiteit van Amsterdam

De introductie van RCT’s in het vakgebied Ontwikkelingseconomie heeft echter de afgelopen decennia ook een grote verschuiving veroorzaakt, weg van de traditionele, meer macro-economische benadering van ontwikkelingsvraagstukken, in de richting van de micro-economische benadering met veldexperimenten. De huidige dominante focus op deze RCT’s kunnen we ons niet veroorloven, omdat de belangrijke vraagstukken die zich de komende decennia in ontwikkelingslanden zullen opdringen een veel diversere aanpak vereisen, inclusief macro-economisch onderzoek.

Dit punt wordt geïllustreerd door de grote vraagstukken die de komende decennia spelen in Sub-Sahara-Afrika, wat de regio is waar de voornaamste focus binnen ontwikkelingseconomie op zou moeten komen te liggen. Terwijl namelijk lange tijd het merendeel van de mensen in extreme armoede in Azië woonachtig was, zal in 2030 de extreme armoede bijna volledig in Sub-Sahara-Afrika geconcentreerd zijn (figuur 1).

Figuur 1 ESB

In deze regio zal volgens ramingen van de VN de bevolking van nu 1,3 miljard stijgen naar 4,3 miljard in 2100. Dat betekent dat er jaarlijks rond de vijftien miljoen extra banen nodig zijn voor de jongeren die de arbeidsmarkt betreden (Monga et al., 2019). Het creëren van deze nieuwe banen vereist onder meer land-specifiek macro-economisch onderzoek, voor een economisch stabiel klimaat waarin ondernemers willen investeren.

Het macro-economische klimaat in de regio is sinds de jaren 1990 aanzienlijk verbeterd, met lagere inflatie en overheidsschulden, waardoor tot begin jaren 2010 op dit continent, na jaren van economische achteruitgang, de economische groei is toegenomen tot een robuust jaarlijks gemiddelde van 4,5 procent (Beegle en Christiaensen, 2019).

De afgelopen paar jaar is er echter wel sprake geweest van een kleine groeivertraging, vooral in grondstoffenrijke landen. Wat bovendien verontrustend is, is dat de afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen voor veel Afrikaanse landen is gestegen sinds de prijsstijging van grondstoffen in de jaren 1990 en 2000. Deze grondstoffenafhankelijkheid maakt landen kwetsbaarder voor prijsschokken en ondermijnt vaak zowel de institutionele kwaliteit als het groeipotentieel op de lange termijn, de werkgelegenheid en de armoedebestrijding.

Naast de afhankelijkheid van grondstoffen verdienen ook de schuldpositie en de begrotingsposities aandacht, die sinds de mondiale crisis van 2008/09 in veel Afrikaanse landen verslechterd zijn. Zo is er bijvoorbeeld onderzoek nodig naar internationale belastingontwijking, waardoor ontwikkelingslanden volgens schattingen van UNCTAD jaarlijks 100 miljard dollar mislopen (UNCTAD, 2019).

Ook de interactie tussen de bevolkingsgroei in Afrika en mogelijke druk op migratie, tussen regionale klimaatverandering en armoedereductie en de impact in de regio van de groeiende handel tussen ontwikkelingslanden, vereisen onderzoek.

Al deze onderwerpen zijn moeilijk aan te pakken met RCT’s. RCT’s onderzoeken namelijk vooral micro-interventies, zoals het verstrekken van muskietennetten, prestatiebonussen aan leraren of microkredieten, die gerandomiseerd en met een controlegroep uitgevoerd kunnen worden. De bovengenoemde vraagstukken, die uitermate belangrijk zijn voor de ontwikkeling in de regio, laten zich niet of nauwelijks met RCT’s onderzoeken, en vereisen een veel diversere aanpak inclusief macro-economisch onderzoek.

Dat betekent niet dat er geen behoefte meer is aan RCT’s. Maar het is wel hoog tijd dat de balans binnen de ontwikkelingseconomie zich weer herstelt in de richting van meer macro-economisch onderzoek, willen we de prangende vragen die zich de komende decennia aandienen grondig kunnen aanpakken.

Literatuur

Beegle, K. en L. Christiaensen (2019) Accelerating poverty reduction in Africa. Washington, DC: World Bank.

Monga, C., A. Shimeles en A. Woldemichael (2019) Creating decent jobs: strategies, policies, and instruments. Rapport African Development Bank, 20 augustus. Te vinden op afdb.org.

UNCTAD (2019) The Least Developed Countries Report 2019. New York: United Nations Publications.

Auteur

Categorieën