Ga direct naar de content

Verkiezingen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 10 2002

Verkiezingen
Aute ur(s ):
Jonkhoff, W. (auteur)
Redacteur ESB
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4360, pagina 363, 10 mei 2002 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

De gebeurtenissen van maandag 6 mei hebben een zwarte schaduw geworpen over de verkiezingen. De economische kant van
verkiezingen lijkt in deze schaduw een kwestie van minder belang. Toch gaat deze ESB over verkiezingen, in het besef dat de kiezer
een zo juist mogelijke keuze wil maken inzake vier jaar regering en volksvertegenwoordiging. Wat staat er in deze editie? Otto
Swank geeft een overzicht van de economische literatuur over verkiezingen. Hoewel het rationeel is om onwetend te zijn van
verkiezingsprogramma’s, lijken kiezers een sturende rol te hebben met betrekking tot economische indicatoren. Eric van Damme
reageert op het artikel. Hierna volgen korte, kritische evaluaties van speerpunten van de zes voornaamste politieke partijen.
Nu de campagnes zijn stopgezet, heerst een luide stilte. Toch wilde ik kort op een belangrijk verkiezingsthema ingaan, dat in de
campagnes aan bod is gekomen.
Als kiezers politici geen prikkel geven om zuinig aan te doen met het publieke geld (zie het artikel van Swank in dit nummer), vraag je je af
of en hoe politici zichzelf tot discipline dwingen. Viel er aan de Zalmnorm en de budgettaire discipline tot voor kort niet te tornen, in de
media leek de schatkist beetje bij beetje verdrongen te worden door de zeepkist. Sommige lijsttrekkers meldden tijdens een debat op
Radio 1 dat zij de termijn waarop wordt afgelost op de staatsschuld minder belangrijk vinden. De schuldaflossingstermijn van 25 jaar zou
investeringen in probleem-onderwerpen zoals de zorg en het onderwijs niet moeten afremmen.
The Economist vergeleek Nederland in een themabijlage met een verwend kind dat niet weet wat het op 15 mei voor zijn verjaardag moet
vragen. 1 Met de groei in de jaren negentig en de kwalificaties op wereldwelzijnslijsten in het achterhoofd lijkt dit juist.
Of niet? Immers, de argumenten die het Britse blad noemt om de zonnige kanten van de Nederlandse economie te onderstrepen, zijn
vooral gebaseerd op het recente verleden dan wel internationale vergelijking. Ze kijken niet echt vooruit. Het is in Nederland goed
ondernemen, we investeren flink in de VS en de economische prestaties waren in de jaren negentig vergelijkbaar met die in de vs. Dat
kunnen weinig Europese landen ons land nazeggen, meent The Economist. De gesignaleerde problemen in zorg, onderwijs en mobiliteit
vallen in Europees perspectief ook best mee.
Je hoeft er maar de laatste berichten van het CBS over het consumentenvertrouwen of de DNB-conjunctuurindicator op na te slaan om
de mineurstemming te zien. Ook op de wat langere termijn ziet het er niet zo gunstig uit. Directeur Don van het Centraal Planbureau wees
er vorig jaar in dit blad op dat het groeitempo van de afgelopen jaren zich waarschijnlijk niet zal voortzetten. 2 Ook het kijken naar de
conjunctuurgolf op lange termijn, de Kondratieff, bevestigt deze waarschuwing. De opgaande fase hiervan zou nog wel door kunnen
gaan tot ongeveer 2015 maar de lengte hiervan is allesbehalve een wet van Meden en Perzen. 3 Hoewel er over innovatie als oorzaak
voor de Kondratieff getwist kan worden, valt op dat in de neergaande fase van de jaren zeventig van de vorige eeuw ieder kabinet werd
geconfronteerd met financiële tegenvallers, terwijl meevallers het beeld voor de jaren negentig bepaalden. Natuurlijk, daar tussenin zaten
de jaren tachtig waarin flink is omgebogen. De meevallers van de jaren negentig waren niettemin geheel onvoorzien.
In de regel wordt aangenomen dat ict min of meer verantwoordelijk is voor de opgaande fase in de jaren negentig. De diffusiesnelheid
van e-mail en internet was verbluffend. Zou het effect hiervan dan ook niet sneller uitgewerkt zijn? Alleen bedrijven geleid door
bejaarden, of digibeten werken nog niet met ict. De ict-sector zelf zit in een destructief selectieproces. Innovatie op dit gebied zal
voornamelijk voortborduren op wat al bestaat (bijvoorbeeld umts). Andere innovatie, zoals biovoedsel, lijkt bovendien nog geen nieuwe
markten en welvaart te gaan creëren.
Als inderdaad de Kondratieff uitgeraasd is, en dit heeft een identieke werking op de overheidsfinanciën als in de jaren zeventig, dient
schraalhans keukenmeester te worden. Morrelen aan de budgettaire discipline is uit den boze.
Zou lastenverlichting met het oog op de kwakkelende conjunctuur opportuun zijn? Enerzijds wel; het zou de overheidsfinanciën minder
gevoelig maken voor conjunctuur. Lastenverlichting zou echter ten koste gaan van het aflossen op de staatsschuld. Bij alle ambities is
het gevaar van voortdurende tegenvallers reëel. De Nederlandse kiezer is niet verwend maar moet wel uitkijken voor een financiële draai
om de oren

1 Zie The Economist van 4 mei, en het commentaar erop in NRC Handelsblad van 3 mei.
2 F.J.H. Don, Het Nederlandse groeipotentieel tot 2006, ESB,
3 A.H. Kleinknecht, De vijfde van Kondratieff, ESB, 3 maart 2000, blz. 171.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur