Ga direct naar de content

Hervorming van de ECB gewenst

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 1 2002

Hervorming van de ECB gewenst
Aute ur(s ):
Haan, J., de (auteur)
De auteur is verb onden aan de Economische Faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van de onderzoeksschool SOM
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4349, pagina 163, 1 maart 2002 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

De Nederlandse regering wil het Europese landbouwbeleid hervormen voordat een aantal Centraal- en Oosteuropese landen toetreedt
tot de Europese Unie. Dit standpunt kan tot nu toe niet op veel steun van de andere lidstaten rekenen. Toch is er veel te zeggen voor het
Nederlandse standpunt. Problemen kun je in het algemeen beter in een vroeg stadium aanpakken, als ze nog redelijk beheersbaar
zijn. Juist daarom is een spoedige besluitvorming over de hervorming van de Europese Centrale Bank gewenst.
De Raad van Bestuur van de ECB neemt besluiten over het monetaire beleid in het eurogebied. In deze raad zitten, naast de zes
directieleden van de ECB, alle presidenten van de centrale banken van de landen in het eurogebied. Alle dames en heren in de raad
hebben evenveel in de melk te brokkelen. Zowel Yves Mersch, de gouverneur van de Banque centrale du Luxembourg als Ernst Welteke,
de president van de Deutsche Bundesbank, heeft één stem. Zo is het geregeld in het Verdrag van Maastricht. Deze regeling kan een
bedreiging vormen voor een optimale monetaire politiek voor het eurogebied als geheel. Indien een groot aantal kleine landen een sterk
afwijkende conjunctuurbeweging kent in vergelijking met het grootste deel van het eurogebied, en indien de presidenten van de centrale
banken zich laten leiden door de economisch situatie in hun eigen land, is het denkbaar dat het monetaire beleid van de ECB
onvoldoende is gericht op de situatie in het grootste deel van het eurogebied. Volgens Hans-Werner Sinn, president van het
toonaangevende onderzoeksinstituut Ifo in München, doet deze situatie zich al voor. Volgens Sinn heeft de ECB de rente vorig jaar te
laat en te weinig verlaagd, omdat een aantal landen in de periferie van het eurogebied op dat moment een inflatie had die een
renteverlaging onmogelijk maakte 1.
Nu kan men natuurlijk tegenwerpen dat het mandaat van de ECB in dit opzicht duidelijk is. Ook presidenten van de nationale centrale
banken uit landen die een economische ontwikkeling kennen die afwijkt van het gemiddelde in het eurogebied, zijn hieraan gehouden.
Per slot van rekening zijn ze geen vertegenwoordiger van hun land. Ik ben er echter niet gerust op dat dit afdoende is. De ervaringen met
de Zentralbankrat, het besluitvormende orgaan van de Duitse Bundesbank, stemmen in dit opzicht niet hoopgevend. Ook de
Bundesbank had een mandaat gericht op prijsstabiliteit. En toch is uit recent onderzoek gebleken dat het stemgedrag van de presidenten
van de regionale centrale banken in Duisland wel degelijk (mede) werd bepaald door de economische situatie in hun regio. Was de
inflatie in hun regio boven-gemiddeld, dan stemden de presidenten sneller voor een renteverhoging. Indien de werkloosheid in hun
gebied hoger dan gemiddeld was, dan stemden ze eerder voor een versoepeling van het monetaire beleid 2.
Het risico dat het beleid van de ECB onvoldoende wordt afgestemd op het eurogebied als geheel, neemt uiteraard toe indien de eurozone
over een aantal jaren wordt uitgebreid. De kans is groot dat deze landen een economische ontwikkeling kennen die sterk afwijkt van het
merendeel van het eurogebied. En dan is het maar zeer de vraag of het beleid van de ECB zich zal richten op de ontwikkelingen in de
eurozone als geheel. Indien de eurozone uit 27 landen gaat bestaan, kan een meerderheid van stemmen in de Raad van Bestuur ontstaan
die slechts circa tien procent van het nationaal inkomen in het eurogebied vertegenwoordigt. Een dergelijke scheve verhouding tussen
economische en politieke macht in de ECB is mijns inziens ongewenst.
Er is maar één oplossing: de politieke machtsverdeling binnen de ECB dient meer in overeenstemming te worden gebracht met de
economische kracht van de landen in de eurozone. Er zijn verschillende manieren om dit te realiseren. Zo kan het IMF-model worden
gekozen waarbij een centrale-bank-president verschillende banken vertegenwoordigt (representatie). Of men zou – net als bij de
Bundesbank is gebeurd na de hereniging – centrale banken kunnen laten fuseren.
Mijn voorkeur gaat uit naar een soort roulatiesysteem, vergelijkbaar met die van de Federal Open Market Committee van de Amerikaanse
centrale bank. Hierbij rouleert het stemrecht van de presidenten van de nationale centrale banken. Het zoeken is hierbij naar een optimaal
roulatiesysteem. Wat in ieder geval voor de kleine landen niet acceptabel is, is dat de grote landen permanent stemrecht hebben in de
Raad van Bestuur van de ECB. Daar is ook wel wat tegen in te brengen. Toch is er geen ontkomen aan: de kleine landen zullen een
gedeelte van hun macht binnen de ECB moeten inleveren

1 H.W. Sinn, Chancellor Schröder’s ‘steady hand’ must act now, Ifo Viewpoint, nr. 29, 8 november 2001.
2 J. de Haan, H. Berger en R. Inklaar, Is the ecb too decentralised?, te verschijnen in M. Widgren (red.), Issues regarding monetary
union, MIT Press, Cambridge.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur