Ga direct naar de content

Fiscale verkiezingsstunt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 22 2002

Fiscale verkiezingsstunt
Aute ur(s ):
Cnossen, S. (auteur)
De auteur is verb onden aan OCFEB en hoogleraar aan de Universiteit van Maastricht.
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4348, pagina 143, 22 februari 2002 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

De VVD wil de onroerende-zaakbelasting (ozb) afschaffen, omdat deze belasting, samen met een gul kwijtscheldingsbeleid voor lagere
inkomensgroepen, door linkse gemeentebesturen wordt gebruikt om VVD-stemmende huizenbezitters uit te melken. Dit staaltje van
PvdA jennen is echter niet consistent met het streven van de VVD om de hoogte van de totale belastingdruk terug te dringen. De
onpopulaire ozb is de meest kenbare belasting die Nederland heeft. Bezitters van onroerende zaken moeten de belasting via de eigen
bankrekening aan de fiscus overmaken. Dat maakt hen bewust van de belasting die zij betalen. Wellicht kijken zij dan ook kritischer
naar de uitgaven die met de opbrengst van de belasting worden gefinancierd. Kenbare belastingen houden de druk op de ketel van een
spilzieke overheid.
De motorrijtuigen- en de vennootschapsbelasting lijken op de ozb, maar alle andere belastingen worden geruisloos (doelmatig heet dat in
politiek jargon) geïnd zonder dat de uiteindelijke drager er veel weet van heeft. Werknemers merken niets of nauwelijks iets van de
loonbelasting en sociale premies die door werkgevers worden ingehouden. Hetzelfde geldt voor de btw, accijnzen en milieuheffingen die,
namens consumenten en gebruikers, door de kruidenier, de tabaksfabrikant en het energiebedrijf worden afgedragen. Het resultaat van al
deze ‘indirecte’ vormen van inning is dat zo’n negentig procent van de totale belastingopbrengst, oftewel een kleine veertig procent van
het nationaal inkomen, van particulieren wordt afgetapt zonder dat zij daar direct bij zijn betrokken.
Dat is koren op de molen van linkse politici die graag mooie dingen doen met belastingcenten, zoals inkomensherverdeling. Zij zullen de
tarieven verhogen zolang de marginale politieke kosten (stemmenverlies) van een extra euro belasting lager zijn dan het marginale
politieke profijt (stemmenwinst) van een extra euro aan uitgaven. De politieke kosten van belastingheffing zullen zij willen verlagen door
de kenbaarheid daarvan voor de belastingbetaler te verdoezelen. Die kenbaarheid staat of valt met de wijze van inning, niet met de
inzichtelijkheid van grondslag of tarief. Van loonsomheffingen bijvoorbeeld is de inzichtelijkheid omgekeerd evenredig met de
kenbaarheid.
Van rechtse politici mag worden aangenomen dat zij, namens hun kiezers, de overheid zo klein mogelijk willen houden. Die kiezers maken
hun voorkeur niet alleen in het stemhokje duidelijk, maar zullen zich ook bij de politiek betrokken voelen door middel van de aangifte die
zij moeten doen en de belasting die zij ‘direct’ (zelf) moeten betalen. Als de VVD echt het bereik van de overheid wil indammen, zou zij
kenbare belastingen, zoals de ozb, op nationaal niveau moeten heffen. Het verlies aan gemeentelijke fiscale autonomie zou dan kunnen
worden gecompenseerd door invoering van een lokale kleinhandelsbelasting. Deze belasting, die ook in andere landen voorkomt, heeft
een ingebouwde rem op tariefsdifferentiatie en -verhoging. Die kunnen immers gemakkelijk worden ontlopen door in een buurgemeente
te gaan winkelen.
De kenbaarheid van de loonbelasting en sociale premies zou kunnen worden vergroot door werknemers zelf aangifte en afdracht te laten
doen, zoals in Zwitserland het geval is. Durft de VVD dat niet aan, dan zou zij kunnen voorstellen werkgevers te verplichten het
percentage dat gemiddeld en marginaal aan loonbelasting en sociale premies wordt ingehouden in vette letters op het loonstrookje te
vermelden. Verder zou zij er op kunnen staan dat de kleinhandel (uitgezonderd de zeer kleine ondernemers) verplicht wordt de btw altijd
apart op de kassabon te vermelden, gesplitst naar bestedingen waarover negentien procent moet worden betaald en bestedingen die met
zes procent worden belast. Dat gebeurt met de kleinhandelsbelastingen in de Verenigde Staten en Canada. Accijnzen zouden expliciet op
het pakje sigaretten, de fles drank en de benzinepomp (zoals in Duitsland) moeten worden vermeld.
Ongetwijfeld zijn er nog andere manieren te bedenken om de kenbaarheid van belastingen te vergroten, maar afschaffing van de ozb
hoort daar niet bij. Door de meest kenbare en daardoor meest onpopulaire belasting, de ozb, te willen afschaffen denkt de VVD haar
stemmers een dienst te bewijzen. Zij bereikt echter het tegendeel, namelijk vervanging door minder kenbare belastingen die gemakkelijker
zijn te verhogen. De Zalmnorm heeft dat tot nu toe tegengehouden, maar het is onwaarschijnlijk dat die norm een wet van Meden en
Perzen wordt.
Het is natuurlijk mogelijk dat het voorstel de ozb af te schaffen niet meer is dan een verkiezingsstunt – een spelletje om de bloeddruk van
de kiezer tijdelijk te verhogen. Na de verkiezingen zal het voorstel snel worden vergeten als de partijbonzen van links en rechts bij elkaar
komen om een regeerakkoord te sluiten waardoor de volksvertegenwoordiging zich weer vier jaar buiten spel laat zetten. Ongetwijfeld zal
dat gepaard gaan met hypocriet handengewring en veel gratuite discussie over de vraag waarom het publiek toch zo weinig
belangstelling voor het politieke debat heeft. Ondertussen kan over de volgende fiscale verkiezingsstunt worden nagedacht om het
stemvee te vermeien.

Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur