Ga direct naar de content

Doelen of dolen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 27 2001

Doelen of dolen
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A. (auteur)
De auteur is algemeen directeur van de SEO en hoogleraar Toegepaste Economie aan de Universiteit van Amsterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4325, pagina D19, 27 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Effecten en toekomst van mdw
Tre fw oord(e n):
toekomst

Hoe kunnen marktwerking en deregulering worden doorgezet, nu de urgentie veel minder groot is dan begin jaren ’90, en de
tegenkrachten duidelijk sterker zijn geworden? Voor goed marktwerkingsbeleid is goed economisch inzicht en effectief politiek
ondernemerschap nodig.
Een paar weken geleden heeft de Tweede Kamer een nieuwe wet aangenomen, die de zondagsarbeid weer aan banden legt. Werknemers
krijgen het recht om werk op zondag te weigeren. Blijkbaar kan dit niet aan onderhandelingen tussen de partijen op de arbeidsmarkt
worden overgelaten. Werkgevers mogen werknemers nog wel verplichten om zondag te werken als de aard van de bedrijvigheid dat
vereist. Niemand weet echter wat die vage clausule in de praktijk inhoudt. Het kabinet heeft deze initiatiefwet sterk ontraden, mede omdat
er grote uitvoeringsproblemen worden verwacht, maar dat mocht niet baten. Misschien kunnen we er over een paar jaar een boeiend
mdw-project van maken.
Dit voorbeeld illustreert dat het tij van marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit lijkt te keren. Ook in de sociale zekerheid is de
partiële marktwerking deels teruggedraaid (dankzij de creatie van de Uitvoeringsinstantie WerknemersVerzekeringen) en gaan er stemmen
op om economische prikkels die recent in het stelsel zijn ingebouwd weer de nek om te draaien (het voorstel van de commissie Donner
om Pemba weer af te schaffen. In de zorgsector, terecht door Janssen als nieuwe speerpunt aangehaald, belijdt het ministerie van VWS
met de mond een nieuwe, vraaggerichte aanpak. De nota Vraag aan bod besteedt echter veel aandacht aan het collectiviseren van het
verzekeringsstelsel, maar welgeteld één maal wordt in een bijzin iets over ondernemerschap in het zorgaanbod gezegd. Wel komt er meer
ruimte voor persoonsgebonden budgetten, en daaraan heeft mdw een positieve bijdrage geleverd.
In de netwerksectoren zijn de ervaringen gemengd. De energiesector wordt op zo’n manier geprivatiseerd dat niemand er nog een touw
aan vast kan knopen. De veiling van radiofrequenties wordt door de Tweede Kamer gefrustreerd omdat de vrije jongens op de fm beter
kunnen lobbyen dan anonieme belastingbetalers. In de vervoersector is de aanzet naar marktwerking bij het spoor in duigen gevallen:
concurrentie op of om het spoor is geen thema meer. De discussie over privatisering van Schiphol loopt spaak, en het Amsterdamse
gemeentelijk vervoersbedrijf mag als geïntegreerde eenheid nog vele jaren zijn gebrekkige dienstverlening continueren. Over taxi’s (een
eerder mdw-onderwerp) zal ik het niet hebben.
Misschien behoorde Nederland in de jaren negentig eventjes tot de avant-garde in moderne beleidsvorming. Op dit moment lijkt het er
soms op dat alles op alles gezet wordt om ons weer bij de vertrouwde achterhoede te voegen. Natuurlijk, aan het enthousiasme van een
groep ambtenaren die zich dagelijks met mdw bezig houdt, zal het niet liggen. Maar voor een succesvolle continuering van mdw is meer
nodig.
Tien jaar geleden bevond Nederland zich nog volop in economische problemen. Het saneringsbeleid van de jaren tachtig had budgettair
succes, maar tegelijk was duidelijk dat met snoeien in bestedingen, ambtenarensalarissen en uitkeringen onvoldoende economische
veerkracht werd opgebouwd. Naast financieel beleid werd de noodzaak van structuutbeleid steeds zichtbaarder. Dat was een stimulans
voor een sterker accent op marktwerkingsbeleid . Die stimulans werd mede geïnspireerd door ervaringen in onder meer de VS en het VK
op het gebied van deregulering en privatisering (loslaten prijsbeleid, priva<-%slash%->tiseren BP, British Airways, telecom, enzovoort).
Mooi meegenomen was dat marktwerking in enkele gevallen direct geld in het lege laatje bracht (privatisering van bijvoorbeeld de
telecom). En van groot belang was dat de Europese eenwording (één markt) dwong tot herziening van een belangrijke hoeveelheid
overheidsregulering. Tot slot mag de rol van de ministers Andriessen en Wijers en hun sg’s Geelhoed en van Wijnbergen ook niet
ongenoemd blijven.
Op dit moment staan de zaken er heel anders voor 1. Het bedrijfsleven is veel robuuster dan rond 1990. De overheidsfinanciën zijn op
orde, de luxe van falende markten of slechte regulering kunnen we ons weer veroorloven. Wel aanwezig blijft de rol van de eu, maar veel
sectoren waar zich nu nog de grootste marktwerkingvraagstukken voordoen (in het bijzonder de publieke dienstverlening) vallen buiten
de tucht van de Commissie.
Waar mdw een aantal jaren geleden nog aan een barre noodzaak appelleerde, is het succes ervan nu veel meer van analyse en
economische overtuigingskracht afhankelijk. Het ministerie heeft hier echt versterking nodig.
Je kan dan wel doen alsof je neus bloedt en mooie algemene doelen voor de toekomst formuleren, maar ik vrees dat de plannen van

Janssen en zijn collega’s de soep in lopen als de baten van marktwerking en deregulering niet beter in zicht komen. Daarvoor is grondige
analyse essentieel. Een special van ESB eens in de paar jaar, met een paar vlot geschreven bijdragen, is niet voldoende. Ook de fraaie
brochures die ik in het verleden wel eens gezien heb schieten te kort. Om van mdw een blijvend succes te maken is het nodig om de
verschillende projecten die zijn uitgevoerd in de bredere context van marktfalen en overheidsfalen te plaatsen en de aansluiting met het
politieke draagvlak te versterken.
Lang niet alle marktwerkingsvraagstukken worden in mdw-verband aangepakt (denk aan de energiesector, Schiphol, stelselwijziging
zorg). Daar is op zichzelf geen bezwaar tegen. Mdw is niet meer dan een specifieke formule (werkgroepen over departementen heen,
bijgestaan door onafhankelijke externe voorzitters), die vooral werkbaar is waar ministeries bemoeienis van buiten weten te waarderen.
Veel marktwerkingsbeleid wordt door specifieke ministeries ter hand genomen, of blijft wegens grote gevoeligheid geheel buiten beeld.
Een periodieke algemene inventarisatie van de grootste vraagstukken op het gebied van marktwerking, deregulering en
wetgevingskwaliteit ontbreekt. Het zou geen slecht idee zijn indien mdw niet alleen beperkt blijft tot een formule voor kleinere ‘niet te
gevaarlijke’ marktwerkingsprojecten, maar dat mdw tevens met regelmaat een beeld verschaft van de grote lijnen.
Dan wordt de bredere context van marktwerking en deregulering duidelijker. Idealiter wordt ook periodiek een indicatie gegeven van de
welvaartswinst die in het verschiet ligt indien markten en regulering beter functioneren. De beperkingen van de economische
wetenschap moeten in het oog worden gehouden – desondanks is een indicatie van te verwachten welvaartseffecten vaak wel degelijk te
geven 2. Het ministerie van Economische Zaken zou er goed aan doen indien het daarbij de wetenschappelijke kennis in ons land op het
gebied van marktwerking en regulering stimuleert.
De kleine doelen van mdw komen pas goed tot hun recht indien de grotere doelen van marktwerking en deregulering beter in beeld
komen: markten waar mogelijk maaken in plaats van breken, en een dienstbare in plaats van storende overheid. Naast een scherpere
economische analyse is daar ook een zwaardere politieke profilering voor nodig. Niet in partijpolitieke zin, maar door het thema van mdw
weer terug te brengen naar degene die er formeel de leiding aan geeft, de minister president, en door mdw-vraagstukken in de Tweede
Kamer niet primair door de specifieke fractiespecialisten van het betreffende dossier te laten behandelen, maar door prominente
generalisten die in staat zijn om boven een deelbelang uit te steken.
Als de grote doelen scherp zijn, kunnen we vermijden dat we een dooltocht gaan ondernemen die ons weer terugvoert in de zompige
polder van weleer. De projectgroep mdw heeft het moeilijker dan ze denkt.

Dossier Effecten en toekomst van mdw
A. Jorritsma-Lebbink en A.H. Korthals: Mdw: een operatie met effect
M. Stefanski: Mdw in vogelvlucht
J.B.G.M. Holtus en G.W.J.M. Linssen: In het kraaiennest van mdw
J. Boone, reactie: De vragen die mdw niet stelt
D.P. van den Bosch: Meer vrijheid in de vrije beroepen
W. Koole en H. Sandriman, reactie: Notarissen: kernproblemen onopgelost
J. Vianen: Werkt mdw voor het mkb?
B.I. van der Burg, reactie: Haal meer uit de mdw-operatie
W. Derksen: Marktwerking en publieke belangen
A. Klamer, reactie: Welk belang prevaleert?
D.J. Janssen: Verder met mdw
H.A. Keuzenkamp, reactie: Doelen of dolen
W. Etty en M.D.L. Veraart: Ontvoogding van de burger
F.J. De Vijlder, reactie: Verandering technische uitgangspunten nodig
E. Bauw, F. van Dijk en P. van Wijck: Impulsen voor een effectievere overheid
H.M.C.M. van Oorschot, reactie: Nog een lange weg te gaan
J.J.M. Theeuwes: Nooit meer zonder mdw
C.N. Teulings, reactie: Niet ontpolderen maar depolitiseren

A.M. Reitsma, epiloog: De markt meester

1 Zie ook H. Keuzenkamp, Lopen marktwerking en deregulering vast? Socialisme en Democratie, 1999, blz. 159-166.
2 Zie de berekeningen in het survey paper van Clifford Winston, Economic regulation: days of reckoning for microeconomics, Journal of
Economic Literature, 1998, blz. 1263-1289

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur