Ga direct naar de content

Gossen: wie goed schrijft, die blijft

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 16 2001

Gossen: wie goed schrijft, die blijft
Aute ur(s ):
Tieben, B. (auteur)
De auteur is werkzaam b ij de Sociaal-Economische Raad.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4300, pagina 254, 16 maart 2001 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
erflaters

Gossen was een pionier van de wiskundige economie, maar door zijn slordige manier van werken raakte zijn werk bijna in de
vergetelheid.
Hermann Heinrich Gossen (1810-1858) is bij uitstek een erflater in de economie. Iedere student kent (hopelijk) zijn twee wetten: (1)
het marginale nut is een dalende functie van de geconsumeerde hoeveelheid en (2) een gegeven inkomen zal zo worden besteed dat het
marginaal nut in alle bestedingsrichtingen gelijk is.
Mythes
Maar wie was de persoon Gossen? Daar is veel minder over bekend. Onze kennis over Gossen reikt meestal niet veel verder dan precies
die twee wetten. Deze relatieve onbekendheid wordt aan hemzelf toegerekend. Gossen was geen universitair wetenschapper maar een
echte Pruisische bureaucraat. Hij had zeer hooggespannen verwachtingen van zijn eerste en enige boek Entwicklung der Gesetze des
menslichen Verkehrs (1854) en stelde dit werk op gelijke hoogte met de ontdekkingen van Copernicus. Groot was dan ook de
teleurstelling toen het boek onopgemerkt bleef en slecht bleek te verkopen. Gossen haalde het restant van de uitgave terug, vernietigde
dit, en stierf gedesillusioneerd in 1858. Aldus de mythe van de ‘vergeten’ Gossen 1.
Mythes zijn er om ontmaskerd te worden en die van Gossen is daarop geen uitzondering. De eerste mythe kan snel worden doorgeprikt.
Gossen heeft zijn werk nooit laten vernietigen. Het restant van de uitgave werd geërfd door een kleinzoon, die de boeken weer op de
markt bracht nadat de belangstelling voor Gossen in 1889 weer was toegenomen. Twee andere mythes vragen meer uitleg: (1) was
Gossen het miskend talent waar men hem voor houdt en (2) waar komt toch die suggestie vandaan dat we over de persoon Gossen zo
weinig weten?
Miskend talent
Het label ‘miskend talent’ heeft Gossen te danken aan William Stanley Jevons. Jevons doet kond van zijn ontdekking van een vergeten
meesterwerk in het voorwoord bij de tweede editie van zijn Theory of political economy (1879). Hij vertelt daarin dat hij door zijn
opvolger in Manchester, Robert Adamson, in augustus 1878 op een werk werd geattendeerd dat sterk op zijn nutstheorie leek en dat
bovendien een wiskundige benadering van de economie voorstond. Dit boek was de Entwicklung van Gossen dat Adamson na een
jarenlange speurtocht bij een Duitse antiquair had kunnen kopen. Jevons brieft het nieuws nog dezelfde maand door aan Walras, omdat
het hier gaat om een werk dat sterk anticipeert op hun prijstheorieën in termen van marginaal nut. Hij vindt de ontdekking van deze
voorloper zó belangrijk dat hij in het voorwoord van zijn Theory een uitgebreide samenvatting van het werk geeft.
Het probleem is dat Jevons geen Duits kent; hij heeft zelfs moeite de titel foutloos te spellen. Die samenvatting is dan ook niet van
Jevons zelf. Adamson heeft hem de ruwe lijnen van Gossens werk geschetst. We kunnen gevoeglijk aannemen dat Jevons Gossen nooit
zelf heeft gelezen. Toch beweert hij dat Gossen ook in Duitsland totaal onbekend is. Tenminste, dat wordt hem verteld door de
Nederlandse hoogleraar Pierson, die beter op de hoogte is van de Duitse literatuur.
Bij die conclusie van Pierson past een kleine, maar belangrijke nuancering. Al in 1858, het sterfjaar van Gossen, schrijft de Praagse
hoogleraar Julius Kautz in zijn Theorie und Geschichte der Nationalökonomik met zeer lovende woorden over het boek van Gossen. Via
dit boek komt Gossen ook onder de aandacht van de Oostenrijkse School, die hem als een voorloper van de subjectieve waardeleer ziet,
al kan zijn wiskundige aanpak de goedkeuring van die stroming niet wegdragen.
Wiskunde
Volgens Georgescu-Roegen was het juist die wiskunde die erkenning van Gossen in Duitsland in de weg stond. In zijn woorden: “As
little of it as the Entwickelung used was yet enough to prompt virtually any German economist of that time to snap Gossen’s book
closed.” 2. De oorzaak van die houding zou de invloed van het historicisme zijn, die Gossen tot een eeuw later nog onverteerbaar voor de
Duitse econoom zou maken.
Dit beeld moet worden herzien. Niet alles was historicisme in Duitsland. Gossen past in een Duitse economische traditie die in de periode

1826-1870 belangrijke impulsen heeft gegeven aan de neoklassieke revolutie 3. De waardering voor zijn werk blijkt wel uit het feit dat men
in Duitsland voor het eerst van de wetten van Gossen spreekt. Ze worden al in 1895 als zodanig beschreven door Wilhelm Lexis onder
het lemma ‘Grenznutzen’ in het Handwörterbuch der Staatswissenschaften.
Gossen was dus helemaal geen miskend talent in Duitsland. De enige miskenning bestaat uit het feit dat Jevons en Walras niet op de
hoogte waren van zijn werk voordat zij samen met Menger, die hem had kunnen kennen, de aanzet gaven tot de neoklassieke revolutie in
de economie. Later hebben zij de prioriteit van Gossen ruimhartig toegegeven, hetgeen enorm heeft bijgedragen aan de
naamsbekendheid van Gossen. Waarom dan toch de relatieve onbekendheid van zijn werk? Een deel van de verklaring ligt bij de tweede
mythe, die van de persoon Gossen.
Lijntrekker
Rondom de persoon Gossen hangt een waas van mist. De man herbergt het mysterie van de eenling die bijna zonder sporen achter te
laten een meesterwerk schrijft. Niet alleen is zijn geschreven erfenis verdwenen (vernietiging van het boek!), we weten niet eens waar hij
begraven is, schrijft Georgescu-Roegen. Dat laatste is waar, het eerste niet. De papieren sporen van Gossen zijn zelfs indrukwekkend en
van dien aard dat Gossen ze waarschijnlijk graag had willen wissen.
De biografische informatie hebben we te danken aan niemand minder dan Walras. Hij wist via de Duitse autoriteiten een dochter en
kleinzoon van Gossen op te sporen. Op basis van hun persoonlijke herinneringen heeft Walras de eerste biografie van Gossen
samengesteld 4.
Naast deze informatie uit de directe omgeving van Gossen blijken de Duitse staatsarchieven van onschatbare waarde. Zo geven zijn
examens voor de opeenvolgende rangen in het Pruisische overheidsapparaat een uniek beeld van de ontwikkeling van zijn economische
denken in de periode van 1834 tot 1844. Hij blijkt een liberaal van het zuiverste water en heeft dan ook fundamentele kritiek op de
heersende economische leer in Pruisen, het Kameralisme. Het is deze kritiek die hem inspireert een alternatief systeem te ontwikkelen dat
de basis zal vormen van zijn verwerping van de klassieke waardetheorie (de arbeidswaardeleer).
De examens tonen ook een andere karaktertrek: luiheid. Gossen moet keer op keer gesommeerd worden zijn examens in te leveren. Zijn
ambtelijke beoordelingen laten eenzelfde beeld zien. Gossen is een lijntrekker. Hij verschijnt nauwelijks op zijn werk, maakt schulden en
wordt vooral gesignaleerd in kroegen van bedenkelijk allooi. Zijn joie de vivre wordt hem uiteindelijk fataal. Na een ambtelijke carrière van
slechts dertien jaar wordt hij in 1847 gedwongen ontslag te nemen.
Het boek
Zonder dit ontslag hadden we waarschijnlijk nooit van Gossen gehoord. Hij heeft nu tijd om zijn economisch systeem uit te werken en de
Entwicklung te schrijven 5. Toch is het boek allerminst af te noemen. Het is slordig samengesteld, bevat veel herhalingen en bovenal
maakt het een onleesbare indruk door het ontbreken van hoofdstukken en paragrafen. Hier vinden we een belangrijke reden waarom het
boek van Gossen grotendeels onbekend is gebleven. Het is zeer lezersonvriendelijk, één lange tekst doorspekt met wiskunde. Zijn
geometrische methode is bovendien moeilijk te volgen doordat oppervlakten en zijden vaak worden verwisseld. Daar komt nog bij dat
Gossen een telegramstijl van schrijven hanteert. Hij spreekt in termen van zijn wiskundige symbolen zonder dat de betekenis daarvan
wordt uitgelegd. Al in 1879 concludeert G. Hooper daarom in een boekbespreking van Gossen: “Had he arranged his book with some
regard to literary propriety, had he divided it into chapters instead of leaving it as an eminently nutritious and exceedingly solid
mass of ‘intellectual pemmican’, Gossen would very probably have obtained sooner the recognition which is his due.” 6. Kortom, het
was niet de inhoud of het gebruik van wiskunde, maar de slordige vormgeving van het boek die een snelle verspreiding van Gossens
gedachtegoed heeft dwarsgezeten.
De moraal
Gossen heeft het aan Jevons te danken dat de handicap van zijn boek werd overwonnen. Jevons excelleerde waar Gossen faalde leesbaar schrijven – en maakte Gossens nutstheorie door zijn samenvatting toegankelijk voor een groot publiek. De Gossen die in de
geschiedenis van het economisch denken is neergeslagen, is dan ook niet die van de Entwicklung uit 1854 maar die van Jevons uit 1879,
de man die Gossen nooit zelf heeft kunnen lezen. Pas in 1983 verscheen een Engelse vertaling waarin voor de duidelijkheid een indeling
in hoofdstukken en paragrafen is aangebracht.
De les voor de lezers van dit blad is duidelijk. Economen, wilt u naam maken? Presenteer uw argumenten op een logische wijze, vermijd
overbodige wiskunde, leg de betekenis van symbolen uit, en vooral: schrijf duidelijk of zorg voor een co-auteur die dat wél kan

1 Vooral het verhaal van de vernietiging is hardnekkig. Zie bijvoorbeeld M. Blaug, Economic theory in retrospect, Cambridge University
Press, Cambridge, 1986, blz. 324.
2 N. Georgescu-Roegen, Gossen: his life and work in historical perspective, in: H. Gossen, The laws of human relations, MIT Press,
Cambridge Mass., 1983, blz. lviii.
3 E. Streissler, The influence of German economics on the work of Menger and Marshall, History of political economy, annual
supplement, 1990, blz. 31-68.
4 L. Walras, L’ économiste inconnu: Hermann Henri [sic] Gossen, Journal des économistes, april-mei 1885, blz. 30-60.
5 Toevallig overlijdt zijn vader in hetzelfde jaar, zodat hij financieel onafhankelijk wordt.

6 Geciteerd in Georgescu -Roegen, op. cit., 1983, blz. lxiv.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur