Ga direct naar de content

Spanning op het net

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 19 2001

Spanning op het net
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A. (auteur)
Wijnbergen, S.J.G., van (auteur)
De auteurs zijn verb onden aan SEO respectievelijk UvA.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4291, pagina 51, 19 januari 2001 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Privatisering en deregulering gaan niet zonder haperen. Er zijn eclatante successen, zoals de telecommunicatie die nog maar kort
geleden als natuurlijk monopolie werd beschouwd. Maar in Californië dreigt een fiasco voor deregulering van de elektriciteitssector.
De belangrijkste stroomaanbieders verkeren er op de rand van faillissement en de leveringszekerheid loopt gevaar. Dreigen
Californische toestanden ook in Nederland?
Begin 1998 is de stroomsector in Californië gedereguleerd. De stroomtarieven voor eindverbruikers zijn echter aan maxima gebonden en
het vrijgeven van consumentenprijzen is politiek vuurwerk. Terwijl de economie de afgelopen tien jaar sterk groeide, bleef de
elektriciteitscapaciteit vrijwel gelijk, mede dankzij strenge milieuwetgeving die investeringen ontmoedigde. Ook het netwerk werd niet
aangepast; importstroom uit omliggende staten is slechts beperkt mogelijk. Het resultaat is te weinig reservecapaciteit. Een extreem
warme zomer met navenant veel airconditioning zorgde afgelopen jaar voor een piekvraag. Samen met de gestegen olie- en gasprijzen
leidde dat tot een explosie in de groothandelsprijs voor elektriciteit. De elektriciteitsbedrijven mochten dit echter niet aan de klant
doorberekenen. De twee grootste aanbieders van stroom, PG&E en Edison, hebben in het afgelopen half jaar samen een verlies van Æ’ 25
miljard geleden en zijn vrijwel failliet. Maar de gouverneur van Californië, Gray Davis, voelt er weinig voor om de stroomprijs voor
consumenten drastisch te verhogen: er zijn nu eenmaal meer consumenten die stemmen dan elektriciteitsproducenten. Kortom, er gaat
een schoorvoetende en veel te kleine prijsaanpassing komen. Verder zal de staat geld bijpassen via een ‘kapitaalinjectie’: een subsidie die
alleen maar tijd van leven geeft zonder de werkelijke problemen op te lossen. De problemen in Californie zijn duidelijk niet te wijten aan te
veel maar aan te weinig deregulering.
Loopt Nederland eenzelfde risico? De productie is geliberaliseerd en de productiebedrijven zijn grotendeels verkocht aan (buitenlandse)
commerciële partijen. Maar ook hier zijn netwerkbeperkingen: er is onvoldoende importcapaciteit om prijsverschillen met het buitenland
weg te arbitreren. Die prijsverschillen zijn gestegen omdat in Nederland om milieuredenen gekozen is voor gas als hoofdbrandstof, terwijl
in het buitenland veel goedkopere maar milieu-onvriendelijke kernenergie en kolen de marginale brandstoffen zijn. Ook bij ons zijn
eindverbruikersprijzen, althans voor de kleinere verbruikers, niet vrij.
Californische problemen zijn desondanks niet te verwachten. Allereerst is de restcapaciteit (vooralsnog) ruim; de consumenten worden
in Nederland door de politici ‘beschermd’ tegen lage, niet tegen hoge prijzen. De distributiebedrijven hebben nog enige jaren een door de
politiek gesanctioneerd monopolie voor levering aan kleinverbruikers. Verder hebben wij een verstandiger systeem van prijsregulering
dan Californië: als brandstoffen zo ver stijgen dat zelfs de hoge monopoliewinsten van de distributiebedrijven in gevaar komen, mogen zij
die hogere brandstofprijzen doorberekenen. Tot slot schommelt onze piekbelasting minder sterk doordat airconditioning niet zo’n grote
vraag genereert. Grootschalige faillissementen van producenten of distributeurs zijn dus niet te verwachten.
Ondertussen wacht wel de actuele vraag op antwoord, wat er met het elektriciteitsnet moet gebeuren. Dit vormt het kernprobleem, want
in het monopolie van het net schuilt de grootste bron van marktfalen. Het landelijke hoogspanningsnet is recentelijk als TenneT aan de
staat verkocht. Het monopolie van TenneT maakt prijstoezicht nodig. Maar zeker zo belangrijk is een garantie dat er voldoende in
netwerkcapaciteit wordt geïnvesteerd; iets wat een monopolist te weinig zal doen. Toch zijn dergelijke investeringen op zijn minst op de
koppelpunten met het buitenland noodzakelijk, gezien de voortdurende internationale prijsverschillen. Als TenneT in privéhanden zou
komen, moet de toezichthouder dus de netbeheerder kunnen dwingen te investeren, precies zoals KPN door OPTA is gedwongen tot
investeringen om voldoende capaciteit te kunnen leveren aan andere telecom- en internetbedrijven.
De politiek overweegt echter aan staatseigendom vast te houden en dan ligt deze investeringsbeslissing nog veel moeilijker.
Overheidsinvesteringen moeten passen binnen arbitraire macro-economische plafonds. Wat daaronder gebeurt, wordt in hoge mate door
ambtenaren bepaald, met hun oor gespitst naar hun politieke bazen. Commercieel en sociaal verdedigbare investeringen wegen in de
politiek zelden even zwaar als korte termijn scoringsmogelijkheden, met funest gevolg voor overheidsinvesteringen. Toekomstige
generaties stemmen nou eenmaal niet vandaag.
Samenvattend: nee, op de korte termijn komen er geen Californische problemen in Nederland, maar op de lange termijn kan het wel mis
gaan als het etatisme in Paars-II doorzet. Een netwerk in private handen, onder goed toegerust toezicht, biedt de beste garantie voor
adequate netwerkcapaciteit en een betrouwbare en niet onnodig dure electriciteitsvoorziening.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteurs