Ga direct naar de content

De betekenis van ‘elektronische leeromgevingen’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 18 2000

De betekenis van ‘elektronische leeromgevingen’
Aute ur(s ):
Grip, A., de (auteur)
De auteur is werkzaam b ij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en hoogleraar scholing en arbeidsmarkt aan de
Universiteit Maastricht
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4278, pagina D21, 2 november 2000 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Ict, arbeid en scholing
Tre fw oord(e n):
scholing

Zoals Gelderblom en De Koning terecht concluderen bevindt de toepassing van ict als medium voor de scholing van werkenden zich
nog in een beginstadium. Evenals bij veel andere virtuele producten is het marktpotentieel van elektronische leeromgevingen
gigantisch, maar is de tot op heden ontwikkelde courseware vaak nog sterk verliesgevend.
Een potentieel sterk punt van elektronische leeromgevingen ligt in de mogelijkheden die het biedt voor afstandsonderwijs dat tijd- en
plaatsonafhankelijk kan worden gevolgd, mits men over de benodigde apparatuur beschikt. Het toenemende belang van post-initiële
scholing voor werkenden die met een veroudering van hun kwalificaties worden bedreigd en niet-werkenden die weer op der
arbeidsmarkt willen intreden zal de vraag naar dit afstandsonderwijs de komende jaren ongetwijfeld sterk stimuleren. Een te sterke
gerichtheid op ict als oplossing voor scholingsvraagstukken moet daarbij echter worden vermeden. De meerwaarde van het
afstandsonderwijs dat wordt aangenomen zal immers in belangrijke mate worden bepaald door het didactisch concept waarin docent
onafhankelijk leren centraal staat en de mogelijkheden die werkenden en werkzoekenden worden geboden om precies datgene te leren
waaraan ze behoefte hebben 1. Bij dit laatste moet ook gedacht worden aan het rekening houden met verschillende leerstijlen en
persoonlijke leerroutes.
Bovendien moet beseft worden dat de competentie-ontwikkeling van werkenden niet louter het gevolg is van het volgen van cursussen.
Het opbouwen van werkervaring (‘learning by doing’) en de begeleiding door ervaren collega’s (‘on-the-job training’) zijn doorgaans
belangrijke kanalen voor het verwerven van de kennis en vaardigheden die zijn vereist voor een adequate functievervulling. In hoeverre
elektronische leeromgevingen bij deze leerprocessen een rol kunnen gaan spelen, zal, zoals gezegd, sterk afhankelijk zijn van het
didactisch concept van de ‘courseware’ en de mate waarin er daadwerkelijk maatwerk kan worden geleverd.
Interessant in dit verband is ook de vraag in hoeverre het ontwikkelen van elektronische leeromgevingen er toe zal leiden dat de grenzen
tussen de verschillende segmenten van de scholingsmarkt zullen vervagen. Traditioneel is de markt van post-initiële scholing opgedeeld
in zes tamelijk sterk afgebakende marktsegmenten, te weten:
» het afstandsleren op de open markt;
» het contactonderwijs op de open markt;
» de trainingsmarkt;
» de publieke scholing vanuit arbeidsvoorziening e.d.;
» de sectorale scholingsvoorzieningen;
» de interne bedrijfsopleidingen.
Aanbieders van elektronische leeromgevingen zullen vooral succesvol zijn wanneer ze er in slagen hun aanbod op de open markt
aansluiting te doen vinden bij de scholingsvraag op de andere marktsegmenten. Dit vereist, zoals gezegd, een scholingsaanbod dat
maatwerk kan leveren. Daar staat echter tegenover dat winstgevende elektronische leeromgevingen, gezien de hoge ontwikkelingskosten
en de geringe marginale kosten, op grote schaal zullen moeten worden afgezet. Afhankelijk van de beoogde leerdoelen zal er daarbij ook
oog moeten zijn in hoeverre het aanbieden van elektronische leeromgevingen gecombineerd moet worden met bepaalde vormen van
contactonderwijs. Dergelijke contactmomenten blijven vaak essentieel voor een optimaal leertraject en creëren ook een basis voor een
goede communicatie tussen docenten en studenten en tussen de studenten onderling binnen een elektronische leeromgeving. Dit biedt
goede perspectieven voor didactisch ondernemerschap. Hierbij moet echter wel beseft worden dat vanuit alle bovengenoemde
marktsegmenten aanbod van courseware wordt ontwikkeld. Bovendien zullen ook de publieke onderwijsinstellingen elektronische
leeromgevingen op de markt voor post-initiële scholing gaan aanbieden, terwijl er ook in toenemende mate aanbod zal komen van
buitenlandse producenten van courseware. De concurrentie tussen de verschillende aanbieders zal daardoor hard worden. De markt van
elektronische leeromgevingen zal een markt worden waarop de “creative destruction” van de aangeboden producten hoogtij zal vieren.

Dit artikel is een reactie op A. Gelderblom en J. de Koning, ‘Ict en levenslang leren’, ESB dossier Ict, arbeid en scholing, D15-D20, 2
november 2000

ESB-Dossier Ict, arbeid en schooling:
Ten geleide:
L. van der Laan en M. Schoenmacker, Werken in de digitale samenleving
H. Hollanders, Ict, de nieuwe motor van de economie
Kader:
L. Borghans en B. ter Weel, Hoe belangrijk zijn computervaardigheden?
W.A. Trommel, Ict, arbeid en sociaal beleid
A. Gelderblom en J. de Koning, Ict en levenslang leren
Reactie:
A. de Grip, De betekenis van ‘electronische leeromgevingen’
Telewerken:
M. van Klaveren, K.G. Tijdens en C. Wetzels, Wie, waar en wanneer
L. van der Laan, Ruimte voor ict
Epiloog:
B. Steijn, Ict en organisatieverandering

1 Zie A. de Grip en R.K.W. van der Velden, Arbeidsmarktrelevantie studie onderwijswetenschappen, ROA-R-1999/6, Maastricht, 1999

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur