Ga direct naar de content

Meer ict en meer groei

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 23 2000

Meer ict en meer groei
Aute ur(s ):
Wiel, H.P., van der (auteur)
Werkzaam b ij het Centraal Planb ureau. Met dank aan verschillende collega’s voor commentaar.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4270, pagina 696, 8 september 2000 (datum)
Rubrie k :
Monitor
Tre fw oord(e n):
ict

Momenteel genereert de ict-sector een kwart van de economische groei, vooral door groei in de ict-sector zelf. Een permanent hogere
groeivoet voor de economie als geheel is vooralsnog echter niet zichtbaar.
Het mogelijke belang van informatie- en communicatietechnologie (ict) voor een economie staat de laatste tijd sterk in de
belangstelling, vooral vanwege de positieve geluiden uit de Verenigde Staten. De opmerkelijke versnelling in de productiviteitsgroei in
de vs is grotendeels te danken aan de bedrijfstak die hardware en software produceert.
Dit artikel schetst het empirische belang van ict voor de Nederlandse economie en plaatst de resultaten in internationaal perspectief 1. Ict
zou volgens Bartelsman en Hinloopen voor een permanent hogere groeivoet kunnen zorgen 2. Het artikel sluit aan bij de discussie rond
de ‘nieuwe economie’ en de rol van ict daarin als mogelijke doorbraaktechnologie.
Ict en economie
Onder de ict-sector vallen bedrijven die ict-goederen produceren, zoals computers en telecommunicatieapparatuur. Ook de bedrijven die
ict-diensten leveren, zijnde de telecommunicatie- en computerservicebedrijven, behoren tot de ict-sector. Het belang van ict voor een
economie komt op drie manieren tot uiting:
» de productie van de binnenlandse ict-sector;
» het gebruik van ict als factor in het productieproces;
» spill-over effecten van ict.
Het directe belang van ict in de Nederlandse economie volgt onder meer uit het aandeel van de Nederlandse ict-sector in het bbp en de
groei daarvan. Een land kan ook indirect profiteren van ict-toepassingen in het productieproces. Hiervoor is geen grote binnenlandse ictsector nodig, want via invoer zijn ict-producten ook beschikbaar. Ict heeft daarnaast de potentie spill-over effecten te genereren,
waardoor de productiviteit van de gehele economie hoger kan komen te liggen. Een investering in een communicatiemiddel zoals e-mail
kan niet alleen gunstig uitwerken voor de investeerder, maar ook voor alle andere gebruikers. Ict verbetert ook de productiviteit doordat
in alle schakels van de productieketen bespaard kan worden op transactiekosten. Voorts kan ict het creëren van nieuwe producten
bevorderen en kan ze bijdragen aan het verhogen van de bedrijfsefficiëntie.
De ‘growth accounting’-methode geeft inzicht in het indirecte belang van ict. De methode ontbindt de arbeidsproductiviteitsstijging in de
bijdragen van de inputs, ict-kapitaal en overige kapitaalgoederen en een restfactor: de totale factor productiviteit (TFP). In de laatste
komen onder meer de effecten van verbeterde efficiëntie en van spill-overs tot uiting.
Ict in Nederland
Ict-sector
De Nederlandse ict-sector drukt steeds nadrukkelijker haar stempel op de Nederlandse economie. Het directe aandeel van de ict-sector in
de bbp-groei bedroeg gemiddeld zeventien procent in de periode 1996-1998. In de periode 1999-2001 loopt dit percentage naar
verwachting op tot gemiddeld 23 procent: het dubbele van 1996.
Aan het sterk toegenomen belang ligt een aantal oorzaken ten grondslag. Vanaf het midden van de jaren negentig is de
telecommunicatiemarkt in Nederland geliberaliseerd 3. Zo is de mobiele telefonie niet langer een natuurlijk monopolie. Mede daardoor
heeft het gebruik van de mobiele telefonie na 1996 een hoge vlucht genomen. Ook de snel aan betekenis winnende e-mail, e-commerce en
internet dragen substantieel bij aan de sterke groei van de telecommunicatiebedrijven en computerservicebedrijven en daarmee aan de
krachtige ontwikkeling van de ict-sector.

Het aandeel van de ict-sector in de toename van de totale arbeidsproductiviteit is ongeveer vijftig procent in de periode 1996-2001. Het
hogere niveau van de arbeidsproductiviteit en het sterkere groeitempo van de productiviteit van de ict-sector vergeleken met het overige
bedrijfsleven bepalen dit hoge aandeel.
Ict als input
De ict-investeringen, met name die in computers, zijn de laatste jaren veel sterker gestegen dan de overige investeringen 4. Zo’n vijftien
jaar geleden bedroeg het ict-aandeel in de investeringen van de marktsector nog maar zeven procent. In 1995 was dit aandeel al
opgelopen tot achttien procent.
De relatieve verschuiving naar ict-investeringen is gestimuleerd door de sterk achterblijvende prijsontwikkeling van ict-goederen bij die
van de overige investeringsgoederen.
De bijdrage van ict als investeringsgoed aan de arbeidsproductiviteitsgroei blijft niettemin bescheiden (zie tabel 1). Ondanks de sterke
investeringstoename is het aandeel van de ict-middelen in de kapitaalgoederenvoorraad van de Nederlandse marktsector te gering om
een groot effect op de arbeidsproductiviteitsgroei te sorteren. In de jaren negentig zet de bijdrage van ict iets meer zoden aan de dijk,
vooral in de commerciële diensten. Daarbij valt op dat de bijdrage van de overige kapitaalgoederen afneemt en negatief wordt. De overige
kapitaalgoederen zijn mede door de relatieve prijsdaling van ict minder aantrekkelijk geworden dan ict-kapitaalgoederen. In de
commerciële diensten zijn de mogelijkheden voor substitutie wellicht groter dan in de industrie, waar ict meer complementair is aan
andere kapitaalgoederen. Ook is het fenomeen ‘substitutie’ in de dienstverlening misschien minder van toepassing. Computers bieden in
feite geheel nieuwe mogelijkheden, die eerder nauwelijks bestonden.

Tabel 1. Decompositie van de Nederlandse arbeidsproductiviteitsgroei, 1974-1999
Totale
arbeidsproductiviteita

TFP

bijdrage van
ict

overig kapitaal

mutaties
in procent per jaar
in procentpunten
marktsector b
1974-1979
3,6
2,5
0,1
1,0
1980-1985
3,2
2,6
0,1
0,7
1986-1990
2,0
1,9
0,1
0,2
1991-1995
1,2
0,7
0,2
0,3
1996-1999
1,3
1,3
0,2
-0,2
commerciële diensten c
1974-1979
3,8
2,9
0,1
0,8
1980-1985
1,9
1,2
0,1
0,5
1986-1990
1,3
1,2
0,1
0,0
1991-1995
0,4
-0,1
0,2
0,3
1996-1999
1,5
1,5
0,3
-0,3
ict -diensten
1991 -1995
1¾
¼
1
½
1996-1999
4
6
-1
-1
rest commerciële diensten
1991-1995
¼
-¼
¼
¼
1996 -1999
¾
¾
¼
-¼
a. Toegevoegde waarde per uur.
b. Totaal bedrijven minus delfstoffenwinning, onroerend goed, zorg en andere niet-markt diensten.
c. Exclusief onroerend goed.

Bron: Update van H.P. van der Wiel, Sectoral labour productivity growth: a growth accounting analysis of Dutch industries, 19731995, CPB Research Memorandum nr. 158, 1999; en nieuwe berekeningen.

Spill-over effecten ict
In de tweede helft van de jaren negentig trekt het groeitempo van de totale factorproductiviteit plotseling weer aan bij de commerciële
diensten. Dit zou door spill-over effecten van ict kunnen zijn veroorzaakt. De groei van de totale factorproductiviteit wordt echter door
meerdere ontwikkelingen veroorzaakt. Niettemin lijken ontwikkelingen in de ict-diensten, zoals nieuwe producten en meer concurrentie,
grotendeels de groeiversnelling te bepalen. Als we de ict-diensten weglaten, versnelt de productiviteitsgroei in de sector commerciële
diensten niet, over een langere periode bezien. De trendmatige groei van deze sector ligt namelijk al vanaf het eind van de jaren tachtig
rond de driekwart procent per jaar. Wel kan worden opgemerkt dat zonder ict de productiviteitsgroei op termijn misschien wel verder zou
zijn afgezwakt vanwege afnemende meeropbrengsten van technologische ontwikkelingen.
Internationaal perspectief
Vergelijking met de VS
De recente ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in de VS en Nederland verschilt sterk (zie figuur 1). In de tweede helft van de jaren
negentig is de productiviteit in de VS opeens fors gestegen. Ondanks het toenemend belang van ict tekent zich op macroniveau in
Nederland nog geen duidelijk productiviteitsherstel af.

Figuur 1. Componenten van de groei van de arbeidsproductiviteit in Nederland en de vs, 1974-1999
De productiviteitsspurt in de VS kent om een aantal redenen vooralsnog hier geen navolging. Zo zijn het directe belang van de
Amerikaanse ict-sector en de productiviteitsstijging van deze sector groter dan in Nederland. In vergelijking met de VS ontbeert
Nederland grote producenten van hoogwaardige ict-goederen. Ook zou de Amerikaanse productiviteitsgroei in de ict-sector in de
periode 1996-1999 veel groter zijn dan in Nederland 5. De Amerikaanse ict-sector zou bijna tachtig procent van de structurele
productiviteitsversnelling in de VS voor haar rekening hebben genomen.
Daarnaast treedt in Nederland buiten de ict-sector geen versnelling op in de arbeidsproductiviteitstoename. In de VS lijkt dit wel het
geval te zijn, al verschillen de meningen over de mate waarin 6. Deze versnelling hangt samen met de sterkere groei van de ictinvesteringen in de VS, waardoor de bijdrage van ict als investeringsgoed in het productieproces hoger is, en een sterke TFP-groei,
mogelijk vanwege spill-over effecten van ict.
Toch kan hier sprake zijn van een ‘statistisch artefact’. Afwijkende meetprocedures tussen beide landen kunnen ook leiden tot
verschillen. Zo wordt in de VS gebruik gemaakt van een andere wijze van correctie voor de prijsontwikkeling (‘defleren’) van computers,
wat voor bijvoorbeeld de Amerikaanse chipsproducenten grote productiviteitswinsten opleverde 7. Mogelijk wordt de
productiviteitsgroei in de Nederlandse sector onderschat, doordat de prijsontwikkeling wordt overschat. In welke orde van grootte dit
zou plaatsvinden is niet bekend, doordat informatie hierover ontbreekt.
Vergelijking met andere landen
Bij een vergelijking in breder internationaal perspectief steekt de positie van Nederland zeker niet ongunstig af 8. Zo is het groeitempo
van de it-investeringen (dus zonder investeringen in communicatiemiddelen) in de periode 1986-1996 sterker dan in een aantal G7-landen,
uitgezonderd het Verenigd Koninkrijk en de VS. Ook het aandeel van ict-goederen in de kapitaalgoederenvoorraad ligt in Nederland op
een hoog niveau.
Mede daardoor is het aandeel van de ict als investeringsgoed in het productieproces in de groei van de arbeidsproductiviteit in
internationaal perspectief zeer behoorlijk, zeker in de eerste helft van de jaren negentig (zie figuur 2). Dit is in tegenstelling tot het
vermoeden van Kleinknecht en Naastepad, die schrijven “dat het niet voor de hand ligt om te concluderen dat Nederland krachtig
(krachtiger dan in de Europese buurlanden) profiteert van de impulsen uit de ‘Nieuwe economie’.” 9. Wel zijn hierbij twee kanttekeningen
op zijn plaats. Ten eerste is de groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit in deze periode in internationaal perspectief mager. Ook
Kleinknecht en Naastepad wijzen hierop. Het is evenwel denkbaar dat hier andere oorzaken aan ten grondslag liggen dan loonmatiging
10. Ten tweede berusten de uitkomsten op een combinatie van verschillende bronnen, waardoor verschillen in meting en prijscorrecties
het beeld kunnen vertroebelen.

Figuur 2. Aandeel van ict in de arbeids-productiviteit-ontwikkeling in de marktsector, 1986-1996
Conclusies
Het belang van ict voor de Nederlandse economie neemt sinds 1995 aanzienlijk toe. De ict-sector is op dit moment verantwoordelijk voor
bijna een kwart van de jaarlijkse economische groei. De geringe productiviteitsversnelling in de tweede helft van de jaren negentig is te
danken aan de versnelling in de ict-sector. Buiten de ict-sector is er geen sprake van een acceleratie. Derhalve is vooralsnog niet een
permanent hogere groeivoet vanwege ict zichtbaar, zoals Bartelsman en Hinloopen op theoretische gronden verwachten. In de VS
versnelt de productiviteit wel, vooral door de ontwikkeling van de ict-sector zelf. Ook de benutting van ict in het bedrijfsleven lijkt in de
VS beter dan in Nederland. Echter, de VS loopt mondiaal voorop. In vergelijking met andere G7-landen doet Nederland het tot halverwege
de jaren negentig niet slecht. Gegeven de voorspoedige Nederlandse ict-ontwikkelingen in latere jaren, betekent dit dat krachtige
inspanningen van andere landen vereist zijn om dit beeld te wijzigen

1 Zie ook het CPB werkdocument nr. 125, Ict en de Nederlandse economie; een historisch en internationaal perspectief, mei 2000.
2 E.J. Bartelsman en J. Hinloopen, Ict en economische groei, ESB, 5 mei 2000, blz. 376-378.
3 CPB, Competition in communication and information services; opportunities and obstacles, Sdu, 1997.
4 De ict-investeringen omvatten de uitgaven aan hardware en systeemsoftware bij administratieve en industriële automatisering, alsmede
de investeringen van de telecommunicatiebedrijven. Applicatiesoftware valt in dit artikel niet onder het begrip ‘ict-investering’. Deze
uitgaven werden tot voor kort door het CBS gerekend tot het verbruik.
5 R.J. Gordon, Has the ‘New Economy’ rendered the productivity slowdown obsolete?, juni 1999. Nieuwe cijfers zijn ontleend aan zijn
presentatie tijdens de OECD Workshop over productiviteitsgroei, december 1999.
6 Zie: Productivity on stilts, The Economist, 10 juni 2000, blz.112.
7 J.E Triplett, High-tech industry productivity and hedonic price indices, Bureau of Economic Analysis, US Department of Commerce,
1996.
8 Informatie G7-landen afkomstig uit P. Schreyer, The contribution of ict to output growth; a study of the G7 countries, OESO, STI
working papers 2000/2.
9 A.H. Kleinknecht en C.W.M. Naastepad, Subtopper in de ‘Nieuwe Economie’?, ESB,14 juli 2000, blz. 576-578.
10 Zie Van der Wiel, op. cit., 1999, en H.P. van der Wiel, Firm turnover in Dutch business services: the effect on labour productivity ,
CPB research memorandum 159, 1999.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur