Ga direct naar de content

Uit de column van Barbara Baarsma

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 4 2016

“Wie je bent, blijkt uit wat je doet. Je kiest er zelf voor hoe je je gedraagt en hoe je omgaat met situaties. Die keuzes maken je tot wie je bent en bepalen ook waar je uitkomt in de inkomens- en vermogensverdeling.”

Column ESB
125Jaargang 101 (4727) 4 februari 2016
O
ngelijkheid was mede door
het boek van Piketty (2014)
de hype van 2015. Een rele –
vant onderwerp, maar helaas lopen fei-
ten en opinies in de ongelijkheidsdiscus-
sie te vaak door elkaar, net zoals in het
boek van Piketty zelf. Ja, het statistische
deel van zijn werk is imposant. Maar
voor het tweede deel waarin hij zijn
mening geeft en beleidsaanbevelingen
doet, geldt dat veel minder. Daar wordt
de econoom Piketty ineens politicus.
Economie is echter niet hetzelfde als po –
litieke ideologie. Het is een wetenschap
waarin de verdeling van schaarse goede –
ren en diensten centraal staat. Daarmee
beschouwen economen de uitkomst van
ruil en productie via het marktmecha –
nisme als neutraal, in de zin van waar –
devrij. Zo wordt het streven naar een
rechtvaardige verdeling dan tot een politieke kwestie: de markt
creëert inkomens en vermogen, en vervolgens zorgt de politiek
via belastingen en uitkeringen voor de herverdeling daarvan.
De kracht van economie is dat die maar één waarde oplegt. Die
waarde is dat meer welvaart beter is dan minder welvaart. Op
basis van feiten en analyse geeft de economie aan welke verde –
ling de meeste welvaart oplevert. Met de economische theorie
kan men dus geen uitspraak doen over het wenselijke herver –
delings- en gelijkheidsniveau. Maar dat wil niet zeggen dat eco –
nomen geen uitspraken kunnen doen over de vorm waarin die
herverdeling het beste kan geschieden. Inkomensherverdeling
dient de beslissingen van burgers en bedrijven zo min mogelijk
te verstoren. Zo kan een verhoogd toptarief in de inkomsten –
belasting mensen te sterk afremmen bij hun beslissing om zich
te scholen of om meer uren te gaan werken. Bas Jacobs (2015)
spreekt van ‘de prijs van gelijkheid’.
Behalve dat men in de ongelijkheidsdiscussie objectieve en
normatieve inzichten door elkaar husselt, vullen verschillende
mensen het begrip ‘ongelijkheid’ ook verschillend in. Piketty
en velen met hem zien ongelijkheid als iets wat intrinsiek slecht
is. Ongelijkheid is per definitie onrechtvaardig en de verdeling
moet koste wat kost gelijker. De Vlaamse hoogleraar arbeids-
recht, Marc de Vos (2015), doet een interessante poging om dit
misverstand te ontzenuwen door onderscheid te maken tussen
rechtvaardige en onrechtvaardige ongelijkheid. Ongelijkheid is
rechtvaardig wanneer ze de verschillen in menselijke keuzes re –
flecteert, en onrechtvaardig wanneer ze het gevolg is van een ge –
brek aan gelijke kansen. Hier is een waarschuwing op zijn plaats,
want vanaf hier volgen ook normatieve vragen en opmerkingen.
Dat is nodig om de opvatting van de Piketty’s van deze wereld
te doorgronden.
Wie naar de oorzaken van ongelijkheid kijkt, verrijkt de her –
verdelingsdiscussie. Door kansongelijkheid al vroeg in het leven aan te pakken, wordt ongelijkheid la

ter voorkomen. Dat we nog altijd geen
goed werkend stelsel van vroegschoolse
educatie voor kinderen uit achter –
standsgezinnen hebben, is een veel
groter probleem dan de vraag of we een
procentje meer of minder vermogens-
belasting zouden moeten betalen.
Tegelijk wordt de ongelijkheidsdiscus-
sie ook rijker als we de consequenties
van individuele keuzes daarbij betrek –
ken. Iemand die ervoor kiest om in zijn
vrije tijd een opleiding af te ronden,
krijgt meer salaris. Iemand die ervoor
kiest om meer uren te gaan werken in
plaats van in deeltijd, verdient meer.
Iemand die ervoor kiest te verzuimen
in plaats van gewoon door te werken,
maakt minder snel promotie. Is dat on –
rechtvaardige ongelijkheid?
Laten we eens in meer detail naar verzuim kijken. Tot op zekere
hoogte is verzuim een keuze. Hoe kan het anders dat verzuim –
percentages zo sterk verschillen tussen sectoren en naar bedrijfs-
omvang , en ook afhankelijk zijn van de conjunctuur? Volgens
het CBS is het verzuimpercentage in het onderwijs en openbaar
bestuur bijna vijf procent en in de horeca slechts iets meer dan
twee procent. Verder meet het CBS dat het verzuim in bedrij –
ven met minder dan tien werknemers in 2014 maar 1,6 procent
bedroeg. Het verzuim in bedrijven met tussen de tien en hon –
derd werknemers lag met 3,3 procent meer dan tweemaal zo
hoog , en in grote bedrijven met meer dan honderd werknemers
was het met 4,6 procent zelfs bijna driemaal zo hoog. Boven –
dien blijken werkenden minder te verzuimen in een laagcon –
junctuur. Het CPB (2005) berekende dat een werkloosheidsda –
ling met één procentpunt tot een ziekteverzuimstijging van een
kwart procentpunt leidt. Vaak worden deze feiten samengevat
onder de noemer ‘ziekte overkomt je, verzuim is een keuze’.
Bij de discussie over ongelijkheid kan dus niet zonder meer
voorbij worden gegaan aan de keuzes die mensen maken. Sartre
schreef het al: “L’homme n’est rien d’autre que ce qu’il se fait.”
Dus: wie je bent, blijkt uit wat je doet. Je kiest er zelf voor hoe je
je gedraagt en hoe je omgaat met situaties. Die keuzes maken je
tot wie je bent en bepalen ook waar je uitkomt in de inkomens-
en vermogensverdeling.
LITERATUUR
CPB (2005) De conjunctuurgevoeligheid van het ziekteverzuim. Den Haag: Cen-
traal Planbureau.
Jacobs, B. (2015) De prijs van gelijkheid. Amsterdam: Prometheus / Bert Bakker.
Piketty, Th. (2014) Kapitaal in de 21ste eeuw . Amsterdam: De Bezige Bij.
Vos, M. de (2015) Ongelijk maar fair. Houten: LannooCampus.
Gekozen ongelijkheid
BARBARA BAARSMA Hoogleraar aan
de Universiteit van Amsterdam

Auteur