Ga direct naar de content

Redactioneel: Economie in beeld

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 19 2015

.

669Jaargang 100 (4722) 19 november 2015
Redactioneel ESB
W
ij economen moe –
ten wel gefrustreerd
zijn, weet filosoof
Bas Haring. We hebben zo veel
economische kennis maar die
wordt publiek zo slecht begre –
pen. Wijsheden over verzonken
kosten, financiële prikkels en
cumulatieve rente: ze zijn aan
dovemansoren gericht. Met alle
gevolgen van dien, want nu kun –
nen politici burgers veel wijsma –
ken – zoals dat hogere uitgaven
aan zorg per se erg zijn, dat Ne –
derland beter af is als Grieken –
land alle schulden moet aflossen
of dat de hypotheekrenteaftrek
goed is voor de economie.
Bij de Nederlandse Economen –
dag begin deze maand presen –
teerde Haring het leuke plan om
basale economische inzichten uit te leggen in beeld. In
tegenstelling tot natuurwetenschappen kent de eco –
nomische wetenschap nauwelijks sterke plaatjes. We
illustreren inzichten wel, maar hooguit ter ondersteu –
ning van een lap opgeschreven of uitgesproken tekst.
Zelden maken de plaatjes een inzicht direct invoelbaar
en transparant. Misschien dat het potlood waarmee
Milton Friedman productiedeling uitbeeldde in de
buurt komt, en de onzichtbare hand van Adam Smith
natuurlijk, maar dat is het wel zo ongeveer. Van ons eco –
nomen wilde Haring graag weten wat het belangrijkste
is wat niet-economen moeten begrijpen van economi-
sche wetenschap.
Een interessante vraag. Een aanwezige beleidsmaker
verheugde zich al op een plaatje van de lump of labour
fallacy, om zijn bewindsvoerder duidelijk te maken wat
met ellenlange notities niet was gelukt. En het toeval
wil dat over publiek begrip van economie dit vraag –
stuk dit najaar al een voortreffelijk boek verscheen.
Het heet Economics rules en is van Dani Rodrik. Ook
hij, Harvard-econoom, constateert veel misverstan –
den over wat economen doen. We zouden zaken te
simpel voorstellen, cultuur en geschiedenis negeren,
de markt verheerlijken, slecht voorspellen en waarde –
oordelen opdringen. Rodrik zoekt het publieke onbe –
grip echter niet in gebrekkige begrippenkennis. Alle
kritiek komt in zijn beleving voort uit onwetendheid
over de kern van de economie: een bonte verzameling
modellen, zonder unieke conclusies. Elk van die mo –
dellen kan slechts bepaalde verschijnselen verklaren,
en hooguit in bepaalde omstandigheden. “The correct answer to almost any question in
economics is,” schrijft Rodrik, “it
depends.”
Als we deze redenering volgen,
is kennisname van een econo

misch inzicht nog niet direct
waardevol. Het publiek moet
vooral begrijpen dat elke econo –
mische conclusie voorwaardelijk
is. Natuurlijk zijn er principes
die in elke situatie van schaarste
relevant zijn; dat niet alles tege –
lijk kan, je dus iets moet kiezen
en iets anders moet laten. Maar
verder zijn de meeste econo –
mische inzichten, in Rodrik’s
woorden, “if-then statements, in
which the ‘if ’ matters as much as
the ‘then’”.
Aannames zijn minstens zo be –
langrijk als conclusies. Als het
publiek dat niet begrijpt, dan kunnen de vreemdste
overtuigingen het collectieve geheugen binnendringen.
Opeens komt de mensheid dan uit op het communis-
me (via het idee van gemeenschapsbezit), de financiële
crisis (via een marktgeloof ), ontwrichting van ontwik –
kelingslanden (via de Washington-consensus) of een
premier met als politieke drijf veer om de overheid te
verkleinen (alsof dat per se beter is).
Nu weet ik niet of er een raak plaatje is te maken van
het als-dan-karakter van economie. Maar aangenomen
dat het doel van publiek begrip de middelen heiligt,
wordt het al makkelijker. Met spelletjes bijvoorbeeld.
Op de website van De Nederlandsche Bank kun je de
economische effecten van beleidsingrepen doorreke –
nen – mits het begrotingstekort onder de drie procent
blijft en elk voordeel steeds een nadeel heeft. Retori-
sche trucjes willen ook helpen. Rodrik sluit zijn boek
af met tien geboden voor niet-economen zoals: weiger
elke uitleg dat er maar één conclusie mogelijk is, vraag
na hoe uitkomsten veranderen als aannames realisti-
scher zijn, vraag je af wat iemand bedoelt als het over
welvaart gaat, bezoek eens de Nederlandse Economen –
dag (ok, een seminar eigenlijk).
Of misschien dat we een gouwe ouwe uit de kast kun –
nen trekken: een natuurkundige, een chemicus en een
econoom zijn gestrand op een eiland met niets te eten.
Vervolgens spoelt een soepblik aan. De natuurkundige
zegt, laten we het blik met een steen openslaan. De
scheikundige zegt, laten we het blik verhitten met vuur.
De econoom zegt, stel dat we een blikopener hebben… Kan deze mop trouwens niet in beeld?
Economie in beeld
GELIJN WERNER
Eindredacteur ESB
gelijn.werner@economie.nl

Auteur