Ga direct naar de content

Toenemende polarisatie op de Nederlandse arbeidsmarkt

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 7 2015

De Nederlandse arbeidsmarkt polariseert. De werkgelegenheid neemt in de middenbetaalde beroepen af, terwijl die in laag- en hoogbetaalde beroepen toeneemt.

ESB Arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt

Toenemende polarisatie
op de Nederlandse
arbeidsmarkt
Op de Nederlandse arbeidsmarkt is sprake van toenemende polarisatie. De werkgelegenheid in de middenbetaalde beroepen
neemt af, terwijl die in laag- en hoogbetaalde beroepen toeneemt.
Dit effect kan niet verklaard worden door een verschuiving in de
werkgelegenheid tussen de verschillende sectoren van de Nederlandse economie.

Wendy
Smits
Senior statistisch
onderzoeker bij het
Centraal Bureau
voor de Statistiek
Jannes
de Vries
Statistisch onderzoeker bij het Centraal
Bureau voor de
Statistiek

24

D

e laatste decennia is de arbeidsmarkt in
meerdere geïndustrialiseerde landen in
toenemende mate gepolariseerd, wat wil
zeggen dat de werkgelegenheid in het
middensegment afneemt, terwijl zowel
het aandeel van de hoger- als dat van de lagerbetaalde beroepen groeit. Deze ontwikkeling is uitvoerig in kaart gebracht
voor de Verenigde Staten. Daar was tot in de jaren tachtig van
de vorige eeuw vooral sprake van een toenemende werkgelegenheid in hoogbetaalde, hooggeschoolde beroepen. Vanaf
de jaren negentig begon echter ook de werkgelegenheid in de
laagbetaalde, laaggeschoolde beroepen toe te nemen terwijl
de werkgelegenheid in het middensegment afnam (Autor,
2011). Vanaf 1999 was de groei in het laagste segment zelfs
groter dan in het hogere segment. Deze ontwikkeling was
terug te zien in de loonontwikkeling. De lonen in beroepen
aan zowel de onderkant als de bovenkant van de arbeidsmarkt
namen toe ten opzichte van de lonen in het middensegment.
Ook in een groot aantal Europese landen, waaronder Nederland, is een afname van de werkgelegenheid in het midden­
segment te zien (Goos et al., 2009).
Uit de economische literatuur blijkt dat de oorzaken
van de toegenomen arbeidsmarktpolarisatie vooral gezocht

moeten worden in ontwikkelingen die van invloed zijn op
de vraagzijde van de arbeidsmarkt, met name technologisering en globalisering (Autor et al., 2003; Autor, 2011; Goos
et al., 2009). Veel beroepen in het middensegment omvatten
een takenpakket dat grotendeels routinematig is en daardoor relatief makkelijk kan worden geautomatiseerd. Deze
taken kunnen daarom worden overgenomen door machines
(technologisering) of worden uitgevoerd in lagelonenlanden (offshoring). De hogere beroepen omvatten daarentegen
veel niet-routinematige cognitieve taken en de lagere beroepen veel niet-routinematige handmatige taken. Bij de lagere
beroepen gaat het dan vaak om dienstverlenende beroepen
waarin men anderen helpt of voor hen zorgt en waar persoonlijke aanwezigheid dus een vereiste is (Autor en Dorn, 2013).
Den Butter en Mihaylow (2013) laten zien dat in Nederland
inderdaad steeds minder routinematig werk wordt verricht en
dat niet-routinematige en interactieve vaardigheden steeds
belangrijker worden. Dit vraagt of er ook in Nederland sprake
is van polarisatie op de arbeidsmarkt.
Data en methode

Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van 1996 tot en met 2011. De EBB
bevat informatie over beroep, bedrijfssector en arbeidsduur.
Door koppeling met informatie over lonen uit de Polisadministratie is per beroep (de 116 subgroepen van de International Standard Classification of Occupations (ISCO-88))
voor 1999 het gemiddelde uurloon van werknemers bepaald.
Vervolgens zijn de beroepen ingedeeld in drie categorieën:
de laagste drie decielen zijn de laagbetaalde, de hoogste drie
decielen de hoogbetaalde en de overige de ‘middenbetaalde’
beroepen (Goos et al., 2011). In de analyse van de werkgelegenheidsontwikkeling zijn naast de werknemers ook de
zelfstandigen opgenomen. De beroepen zijn onderverdeeld
in vier sectoren, namelijk Landbouw (Landbouw/visserij),
Industrie (Delfstoffenwinning, Industrie, Energie en waterleiding en Bouwnijverheid), Commerciële dienstverlening

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 100 (4701) 8 januari 2015

Arbeidsmarkt ESB

(Handel, Horeca, Vervoer en communicatie, Financiële instellingen, Zakelijke dienstverlening en in dienst van huishoudens) en niet-commerciële dienstverlening (Openbaar
bestuur, Onderwijs, Gezondheids- en welzijnszorg, Cultuur
en overige dienstverlening en Internationale gemeenschapsorganen).

figuur 1
Ontwikkeling aandeel hoog-, midden- en
laagbetaalde beroepen, 15- tot 64-jarigen, 1996–2011
100

In procenten

90

Resultaten

80

In 1996 was 49,2 procent van de werkenden werkzaam in een
middenbetaald beroep. In 2011 was dat 44,6 procent: een
daling van 4,6 procentpunten. Het aandeel werkenden met
een laagbetaald beroep steeg in die periode van 20,2 tot 21,4
procent en het aandeel werkenden in een hoogbetaald beroep
van 30,5 naar 34,0 procent (figuur 1).
Tussen 1996 en 2011 is het aantal werkenden in de
landbouw en de industrie met respectievelijk 17,5 en 10,7
procent gedaald. De commerciële en de niet-commerciële
dienstverlening groeiden daarentegen, met respectievelijk
22,4 en 33,7 procent. Deze verschuivingen in de sectorale
werkgelegenheidsverdeling hebben echter slechts een minimaal effect gehad op de werkgelegenheidsverdeling van laag-,
midden- en hoogbetaalde beroepen. Als er binnen sectoren
geen veranderingen in de werkgelegenheidsstructuur hadden plaatsgevonden dan zou als gevolg van verschuivingen
tussen sectoren (sectoreffect) de werkgelegenheid in de middenbetaalde beroepen met 0,2 procentpunt zijn afgenomen
en de werkgelegenheid in de hoogbetaalde beroepen met 0,3
procent zijn toegenomen (tabel 1). Dat betekent dat vooral
verschuivingen van de werkgelegenheidsstructuur binnen
sectoren een rol hebben gespeeld (beroepseffect). Met name
in de commerciële dienstverlening en de industrie was sprake
van een sterke daling van het middensegment. In de commerciële dienstverlening daalde de werkgelegenheid in het middensegment van 38,6 tot 31,9 procent, in de industrie van 64
naar 57,3 procent. In de niet-commerciële dienstverlening is
het middensegment veel minder afgenomen. Bovendien is in
deze sector, in tegenstelling tot in de industrie en commerciële dienstverlening, het aandeel werkenden in laagbetaalde
beroepen niet gegroeid maar ongeveer gelijk gebleven.

70
60
50
40
30
20
10
0
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Hoogbetaald beroep

Middenbetaald beroep

Laagbetaald beroep

Bron: CBS

Ontwikkeling in het aandeel werkenden in laag-, tabel 1
midden- en hoogbetaalde beroepen, opgesplitst naar
beroep- en sectoreffect, 15- tot 64-jarigen, 1996 en 2011
1996

2011
Alleen
sectoreffect

2011
Alleen
beroepseffect

2011

Laagbetaald beroep

20,2

20,2

21,5

21,4

Middenbetaald beroep

49,2

49,0

44,6

44,6

Hoogbetaald beroep

30,5

30,8

33,9

34,0

In procenten

Bron: CBS

Conclusie

Uit de werkgelegenheidsontwikkeling in laagbetaalde, middenbetaalde en hoogbetaalde beroepen blijkt dat er in Nederland, evenals in andere westerse landen, sprake is van een
toenemende arbeidsmarktpolarisatie. De werkgelegenheid in
de middenbetaalde beroepen neemt af terwijl de werkgelegenheid in laag- en hoogbetaalde beroepen toeneemt. Deze
ontwikkeling is het sterkst in de commerciële dienstverlening
en in de industrie. Vervolgonderzoek is nodig om de oorzaken
van de toegenomen arbeidsmarktpolarisatie in Nederland te
achterhalen.

Literatuur
Autor, D.H. (2011) The polarization of job opportunities in the U.S. labor market: implications for employment and earnings. Community Investments, 23(2), 11–41.
Autor, D.H. en D. Dorn (2013) The growth of low-skill service jobs and the polarization of the
US labor market. American Economic Review, 103(5), 1553–1597.
Autor, D.H., F. Levy en R.J. Murnane (2003) The skill content of recent technological change:
an empirical exploration. The Quarterly Journal of Economics, 118(4), 1279–1333.
Butter, F. den, en E. Mihaylow (2013) Veranderende vaardigheden op de Nederlandse arbeidsmarkt. ESB, 98(4670), 618–621.
Goos, M., A. Manning en A. Salomons (2009) Job polarization in Europe. American Economic
Review: Papers & Proceedings, 99(2), 58–63.
Goos, M., A. Manning en A. Salomons (2011) Explaining job polarization: the roles of technology, offshoring and institutions. CEP Discussion papers, 1026.

Jaargang 100 (4701) 8 januari 2015

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

25

Auteurs