Ga direct naar de content

Eind goed al goed?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 17 2008

column

Henriëtte Prast

Eind goed al goed?
In 2004 deed ik samen met internationaal vermaard
deposit insurance deskundige Gillian Garcia een onderzoek naar het depositogarantiestelsel in Nederland.
Ons doel was na te gaan in hoeverre dit stelsel voldeed
aan de internationaal aanvaarde good practices. Ons
oordeel: op sommige punten wel, op andere, heel
belangrijke, niet. We legden onze bevindingen voorzichtig neer in een boekje (Garcia en Prast, 2004),
met daarin ook een aantal concrete aanbevelingen ter
verbetering. De Nederlandse Vereniging van Banken
kreeg een exemplaar toegestuurd, met de uitdrukkelijke
vermelding dat de inhoud voor rekening bleef van de
auteurs en niet geïnterpreteerd moest worden als de
visie van de Nederlandsche Bank. Daarna werd het stil.
Depositoverzekering is ingevoerd na de crisis in de
Verenigde Staten in de jaren dertig. Er was gebleken
dat gezonde banken kunnen omvallen enkel en alleen
omdat mensen er niet meer in geloven en hun geld van
de bank halen. De bank komt in liquiditeitsproblemen,
moet activa tegen dumpprijzen verkopen, en wordt
alsnog insolvabel. Een self fulfilling prophecy, en maar
weinigen weten dat zo’n bank run door de Amerikaanse
sociolooog Robert K. Merton is gebruikt als het voorbeeld om het door hem bedachte concept van die self
fullfilling prophecy te illustreren. Pikant is dat Mertons
zoon, Nobelprijswinnaar Robert C. Merton, de uitvinder
is van die complexe producten die ten onrechte de
schuld krijgen van alles wat er tegenwoordig mis is in
het financiële systeem.
Garcia en ik stelden vast dat Nederland op een aantal
punten wezenlijke veranderingen in het deposito­
garantiestelsel zou moeten aanbrengen om dit up to
standards te maken. In het huidige systeem is er geen
spaarpot, en als een bank omvalt moeten de anderen
de buidel trekken. Dat is onrechtvaardig, want de
f
­ailliete bank betaalt niet mee. Het is ook kwalijk uit
het oogpunt van stabiliteit, want een bankfaillissement
komt in slechte tijden, en dat is een slecht moment
voor banken om bij te springen. Het Nederlandse
systeem zou in onze visie moeten veranderen van een
omslagstelsel in een fonds. Met als extra pluspunt, zo
stelden wij, dat financiering via een fonds de mogelijkheid biedt banken risicoafhankelijke premies te laten
betalen, zodat er aan risico een prijs komt te hangen.
Ook plaatsten we vraagtekens bij het feit dat De
Nederlandsche Bank de uit te keren bedragen renteloos
voorschiet: is dat geen verkapte staatssteun, en dus in
strijd met de Europese regels, zo vroegen we ons af.
Verder vonden we de regels van het omslagstelsel te

vaag: zo gold er geen van te voren afgesproken verdeelsleutel. Achteraf zouden de banken in onderling overleg
moeten vaststellen wie wanbetaalt. Last but not least
krijgen rekeninghouders hun verzekerde bedragen pas
na een periode van drie tot zes maanden: een prikkel
om alsnog naar de bank te rennen.
Waarom gebeurde er niets met onze aanbevelingen?
Omdat, zo was de gedachte, er in Nederland toch geen
bank zou omvallen. We hadden de depositogarantie
alleen omdat het moest van Europa, het ding zou nooit
van stal gehaald worden. Daarom garandeerde ons
systeem ook geen eurocent meer dan moest van de
EU: twintigduizend euro maximaal.
Het liep anders. Van der Hoop ging failliet, en met
terugwerkende kracht verhoogde minister Zalm het
gegarandeerde bedrag van het door de EU-richtlijn
verplichte minimum van twintigduizend euro naar
veertigduizend euro. En de verdeelsleutel? Die kwam er
niet. Want DNB, en daarmee de belastingbetaler, nam
de uitkeringen voor haar rekening; over staatssteun
gesproken.
Het liep nog een keer anders. Er kwam een run op
Fortis, Icesave viel om, tegoeden zijn alsnog met
terugwerkende kracht gegarandeerd tot een bedrag
van honderdduizend euro. Als deze malaise achter de
rug is zal er ongetwijfeld een discussie komen over ons
deposito­ arantiestelsel. Wie weet hebben Garcia en ik
g
ons werk niet voor niets gedaan.

Literatuur
Garcia, G. en H. Prast (2004) Depositor and investor protection in
the Netherlands: past, present and future, De Nederlandsche Bank,
Occasional Study 2 (2), http://www.dnb.nl/binaries/OS%20
Vol.2%20Nr.2_tcm46-146642.pdf.

ESB

93(4545) 17 oktober 2008

623

Auteur