Ga direct naar de content

Loont energiebesparing dubbel?

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 1 1999

Loont energiebesparing dubbel?
Aute ur(s ):
Nooij, M. de (auteur)
Smulders, S. (auteur)
Verb onden aan de Katholieke Universiteit Brab ant.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4234, pagina 925, 10 december 1999 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
uit, de, vakliteratuur, milieu

Er zijn verschillende maatregelen genomen om het broeikaseffect tegen te gaan. Zo is het verplicht om energieverbruik op een
apparaat aan te geven. De aanschaf van zuinige apparaten wordt gesubsidieerd, en de ecotax verhoogt de energieprijs. Door dit beleid
zullen consumenten de thermostaat eerder terugzetten en bij vervanging van hun apparaten bewuster kiezen voor energiezuiniger
modellen. Het beleid loont nog eens extra wanneer het de technologische ontwikkeling van nieuwe energiezuinige apparaten zou
uitlokken.
Een recente Amerikaanse studie geeft inzicht in hoe belangrijk dit extra effect via uitgelokte technologische vooruitgang kan zijn 1. De
studie analyseert de omschrijvingen van producten aangeboden in de verkoopcatalogi van het warenhuis Sears uit drie decennia. Voor
een drietal typen huishoudelijke apparaten (kamer airconditioners, centrale airconditioners en gasgeisers) wordt een
productiekostenfunctie geschat. Productiekosten hangen af van productkenmerken zoals de capaciteit, het aantal mogelijke snelheden
en het energieverbruik. Productiekosten stijgen als de fabrikant meer van een gewenst kenmerk aanbrengt: een aanbieder die energiezuinigere apparaten aanbiedt zal, gegeven de stand van de techniek, duurder zijn dan de verkoper van energieverspillers. Deze afruil
weerspiegelt de substitutiemogelijkheden voor de producent.
Van jaar op jaar kan dit verband tussen productiekosten en productkenmerken echter veranderen door technologische ontwikkeling.
Door algemene technologische ontwikkeling kunnen kostendaling en productverbetering met betrekking tot alle kenmerken (waarvan
zuiniger energieverbruik er slechts een is) hand in hand gaan. Door gerichte technologische vooruitgang ontstaat een gunstigere afruil
tussen energie-efficiëntie en productiekosten. De onderzoekers schatten de omvang van deze twee vormen van technologische
verbeteringen en relateren ze aan stijgingen van de energieprijs en de invoering van milieuregulering. Hierdoor wordt getoetst in welke
mate prijzen en beleid technische ontwikkeling induceren.
De schattingen laten zien dat de kosten van duurzame goederen stijgen als de energie-efficiëntie, de capaciteit en andere gewenste
productkenmerken toenemen. Tegelijkertijd blijken de kosten om een bepaald product met gegeven kenmerken te maken jaarlijks te dalen.
Energiebesparing gaat dus gepaard met hogere productiekosten, maar die kostenstijging varieert per jaar en per apparaat. Verder geven
de schattingen aan dat de technologische ontwikkeling gedurende het eerste deel van de periode gericht was op een onevenredige
verlaging van de productiekosten, terwijl later de technologische ontwikkeling juist meer dan gemiddeld was gericht op verbetering van
de energie-efficiëntie. De energieprijs heeft steeds stimulerend gewerkt op energiebesparende technologische ontwikkeling, zij het vaak
niet statistisch significant. Hetzelfde geldt voor de minimumeisen aan energie-efficiëntie die door de Amerikaanse overheid in 1987 zijn
opgelegd.
De schattingen vormen de basis voor drie scenario’s. Het eerste is de werkelijkheid, in het tweede scenario zijn de relatieve energieprijzen
constant gehouden en in het derde scenario zijn de minimumeisen genegeerd. Door de scenario’s te vergelijken kan voor het gemiddeld
type apparaat worden uitgerekend wat de invloed is geweest van de relatieve energieprijzen en minimumeisen op de toename van de
energie-efficiëntie. Tussen 1973 en 1993 varieert de energiebesparing van 11 procent voor gijzers tot 59 procent voor centrale
airconditioners. Door de prijsstijging van energie wordt een kwart tot de helft van deze toenames bepaald. Verder bleek dat de reactie van
de energie-efficiëntie op energieprijsstijgingen groter is wanneer duidelijk het verbruik moet worden aangegeven. De invoering van de
minimumeisen bij twee apparaten heeft behoorlijk bijgedragen aan de toename van de energie-efficiëntie (24 en 68 procent). Ook worden,
als de energieprijzen stijgen, relatief zuiniger apparaten aangeboden die met reeds bestaande technologie gemaakt kunnen worden. De
auteurs blijken dus een groot deel van de energiebesparing te kunnen verklaren. Niettemin loopt het onverklaarde deel op tot 62 procent
van de totale toename voor centrale airconditioners. Prijsstijgingen en minimumeisen lonen dus inderdaad dubbel door uitgelokte
technologische ontwikkeling, maar energiebesparend Amerika dankt ook veel aan autonome technologische verandering.
De conclusies gaan niet automatisch op voor Nederland. Voor het aanbod van modellen binnen bestaande technologie zal het
Nederlandse beleid inderdaad effect hebben. Met betrekking tot echte technologische ontwikkeling moeten we voorzichtiger zijn. De
grotere Amerikaanse markt lokt veel eerder investeringen in specifiek onderzoek en ontwikkeling uit dan de kleine Nederlandse markt,
waardoor overheidsbeleid in Nederland waarschijnlijk een beperkter effect heeft. Een gecombineerde Europese aanpak kan waarschijnlijk
wel op dubbele effecten via technologische ontwikkeling rekenen

1 R. Newell, A. Jaffe en R. Stavins, The induced innovation hypothesis and energy -saving technological change, Quarterly Journal of
Economics, 1999, blz. 941-975.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteurs