Ga direct naar de content

Het succes van clementieregelingen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 20 2006

beleid

Het succes van
clementieregelingen
Waar in de praktijk het aantal niet ontdekte kartels per
definitie onbekend is, kan in laboratoriumexperimenten de
kartelactiviteit precies worden geobserveerd. Dit onderzoek
laat zien dat in een experimentele opzet clementieregelingen
leiden tot minder kartels en lagere prijzen. De kans op
kartelrecidivisme wordt echter niet kleiner.
et clementieprogramma van de
Nederlandse Mededingingsautoreit
(NMa) biedt karteldeelnemers de mogelijkheid om voor een boetevrijstelling
of boetereductie in aanmerking te komen wanneer
ze vrijwillig melding maken van het kartel waarin zij
participeren. De Richtsnoeren Clementietoezegging
van de NMa geven aan dat boetevrijstelling wordt
gegeven indien het kartellid als eerste de NMa van
informatie voorziet over het betreffende kartel, deze
informatie voldoende is om een onderzoek te starten, de informatie nog niet bekend is bij de NMa, de
onderneming geen andere kartelleden tot deelname
aan het kartel heeft gedwongen, en de onderneming
volledig meewerkt aan het vervolgonderzoek. Indien
de NMa al op de hoogte is van het betreffende kartel
dan wordt een boetereductie van tenminste vijftig
procent gegeven aan de onderneming die als eerste
openheid van zaken geeft, terwijl boetereducties van
tien procent tot vijftig procent worden gegeven aan
andere kartelleden die meewerken aan het onderzoek (NMa, 2006).

H

Evaluatie clementieregelingen

JEROEN HINLOOPEN EN
ADRIAAN SOETEVENT
Hinloopen is hoogleraar
aan de KU Leuven.
Soetevent is universitair
docent aan de Universiteit
van Amsterdam.

232

ESB

Sinds de aanpassing van de clementieregeling in
2004, waardoor in meer gevallen clementie wordt
verleend, is het aantal karteldeelnemers dat zich
aanmeldt sterk gestegen. In de NMa-agenda 2007
wordt gesteld: Dit instrument (clementieregeling)
heeft nationaal en internationaal zijn nut bewezen,
zowel voor mededingingsautoriteiten als voor ondernemingen. Tegelijkertijd wordt aangekondigd:
In 2007 evalueert de NMa dit instrument om het
daar waar mogelijk nog effectiever en duidelijker te
maken en het gebruik te stimuleren (NMa, 2007).
Met het oog op deze evaluatie doen wij in dit artikel verslag van een experiment dat de werking van
een clementieregeling in het laboratorium inzichtelijk maakt. Het aantal onontdekte kartels is in de
praktijk per definitie onbekend. De geobserveerde
toename in clementieverzoeken kan daarom simpelweg het resultaat zijn van meer kartelactiviteit als
gevolg van de ruimere clementieregeling. Immers,
des te royaler de clementieregeling, des te beter

20 april 2007

de mogelijkheden om straffeloos uit een kartel te
stappen. Anderzijds kan de clementiemogelijkheid
het vertrouwen tussen karteldeelnemers ondermijnen indien kartelleden het waarschijnlijk achten dat
mede-kartelleden van de regeling gebruik zullen
maken en hierdoor aanleiding zijn om van karteldeelname af te zien. Een laboratoriumexperiment stelt
ons in staat de bijdrage van deze twee tegengestelde
effecten op de kartelstabiliteit te achterhalen omdat
de gehele populatie bekend is, inclusief de niet
ontdekte kartels. Het experiment laat zien dat in
het lab clementieregelingen leiden tot de vorming
van minder kartels en tot lagere prijzen. De kans op
kartelrecidivisme wordt echter niet verkleind.

Opzet experiment
Iedere deelnemer aan het experiment vormt met een
tweetal (willekeurig) andere deelnemers een groep.
Twintig ronden achtereen kiezen de deelnemers
tegelijkertijd een geheel getal tussen de 101 en de
110, de individuele vraagprijs. Degene die de laagste
prijs vraagt, ontvangt een aantal punten gelijk aan
het verschil tussen haar getal en 100, de anderen
ontvangen niets. Wanneer meer dan één deelnemer
hetzelfde laagste getal invult, delen zij dit aantal
punten. Dit laagste getal noemen we de marktprijs.
Deelnemers worden geconfronteerd met het dilemma
dat het invullen van een hoog getal meer punten oplevert maar dat de kans om de laagste te zijn groter is
bij het invullen van een getal dicht bij 101. Het spel
kan worden geïnterpreteerd als een situatie waarbij de
deelnemers ieder verkoper zijn op een markt waarbij
ze ieder apart een prijs voor hun product vaststellen
en waarbij consumenten kopen bij de aanbieder die
de laagste prijs stelt. Iedere verkoper realiseert zich
dit en concurrentie tussen verkopers leidt ertoe dat
de marktprijs dichtbij de minimumprijs van 101 zal
liggen (de honderd kunnen worden opgevat als constante marginale productiekosten). In een dergelijke
situatie hebben deelnemers een prikkel om de koppen
bij elkaar te steken en zo te proberen te coördineren
op een hogere prijs. Wanneer iedereen 110 invult in
plaats van 101, verdient iedereen immers tienderde
in plaats van eenderde punt. Echter, gegeven dat de
andere twee deelnemers zich houden aan de prijsafspraak en 110 invullen, is het aantrekkelijk om hier
vanaf te wijken door 109 te vragen. Dit levert negen
punten op in plaats van tienderde.
Varianten
Doel van ons onderzoek is om te bekijken of een
clementieregeling leidt tot meer prijsafspraken

tussen deelnemers. Hiertoe worden vier varianten
van bovenstaand spel gespeeld: het Basisspel,
Communicatie, Pakkans en Clementie. Iedere
deelnemer speelt slechts één variant. Het verschil
tussen Basisspel en Communicatie is dat deelnemers in Communicatie kunnen aangeven of ze wel of
niet gezamenlijk over de prijs willen praten alvorens
ze individueel hun vraagprijs bepalen; in Basisspel
is communicatie onmogelijk. Wanneer alledrie de
deelnemers aangeven een prijsbespreking te willen
houden, spreken we van een kartel. In dat geval
kunnen deelnemers aangeven wat voor hen acceptabele prijzen zijn. Er is sprake van een prijsafspraak
wanneer er minstens één prijs is die alle deelnemers
acceptabel vinden. De prijsafspraken tussen deelnemers zijn niet bindend. Na één minuut eindigt de
prijsbespreking en vullen deelnemers hun daadwerkelijke vraagprijs in, die dus geenszins gelijk hoeft te
zijn aan de afgesproken prijs.
Waar in Communicatie het voeren van prijsbesprekingen zonder risico is, bestaat in Pakkans een kans
van vijftien procent op een boete. Beschouw dit
als de kans dat de mededingingsautoriteit bewijzen
vindt voor gemaakte prijsafspraken. De te betalen
boete is gelijk aan tien procent van de omzet van
een speler. Als bijvoorbeeld alledrie de spelers een
prijs van honderdtien hebben gevraagd dan moeten
zij een boete betalen gelijk aan tien procent van
honderdtienderde in geval ze worden gepakt. In de
betreffende ronde realiseren alle spelers dan een
opbrengst van 10/3 – 0,10 × 110/3 = – 1/3 als de
prijsafspraak wordt ontdekt. Clementie verschilt van
Pakkans doordat deelnemers hier de mogelijkheid
hebben om, nadat de marktprijs is vastgesteld maar
voordat duidelijk is of de mededingingsautoriteit de
afspraken wel of niet ontdekt, de prijsafspraken te
melden in ruil voor een boetereductie. Het melden
van een prijsafspraak kost een punt. De deelnemer
die het eerste melding maakt van de afspraken
wordt vrijgesteld van boetes, de tweede deelnemer
die een clementieverzoek indient, ontvangt een
boetereductie van vijftig procent, terwijl de derde
klokkenluider het volle pond moet betalen.

Experimentresultaten
Prijsafspraken
In tabel 1 is voor alle varianten met een communicatiemogelijkheid aangegeven hoeveel deelnemers
gemiddeld per ronde aangeven deze mogelijkheid te
willen gebruiken. De pakkans reduceert het aantal prijsbesprekingen met twintig procentpunten.
Introductie van een clementieregeling leidt tot een
additionele vermindering van veertien procentpunten. Interessant is dat deze vermindering slechts
gedeeltelijk het gevolg is van veranderende intenties
van deelnemers om een prijsbespreking te voeren: in
Clementie verschilt het percentage beslissingen vóór
het houden van een prijsbesprekingen met 62 procent statistisch niet van dat in Pakkans. Belangrijk
is dat een daadwerkelijke prijsbespreking alleen

plaatsvindt indien alle groepsleden hieraan mee willen doen. Juist deze unanimiteit lijkt in aanwezigheid van een clementieregeling moeilijker tot stand te
komen. Waar in de andere varianten iedere deelnemer altijd wel eens te porren
is voor een prijsbespreking, weigert in Clementie tien procent van de deelnemers
pertinent om mee te doen. Hierdoor worden veel besprekingen geblokkeerd. De
reden voor de weigering lijkt te liggen in de combinatie van de pakkans en de
mogelijkheid dat mede-kartelleden aangifte doen.

tabel 1

Kartelintentie en gevormde kartels1)

Kartelintentie
iedere ronde
nooit
Kartels gevormd

Communicatie
78%
31%
0%
47%

Pakkans
65%
21%
0%
27%

Clementie
62%
24%
10%
13%

1)

Percentage beslissingen vóór prijsbesprekingen met daarnaast het percentage deelnemers dat (i) in iedere
ronde of (ii) in geen enkele ronde aangeeft de prijs te willen bespreken. De laatste rij geeft het percentage
van de gevallen weer waarin daadwerkelijk een kartel wordt gevormd.

In tabel 2 staan per variant de prijzen die tijdens de communicatieperiode tot
stand komen. Deze blijken nauwelijks van elkaar te verschillen. Voor alle varianten zijn ongeveer twee communicatieronden nodig om tot een prijsafspraak te
komen. We concluderen dan ook dat het komen tot een prijsafspraak niet wordt
beïnvloed door het bestaan van een pakkans en/of de mogelijkheid om het kartel
aan te geven.
tabel 2

communicatie
pakkans
clementie

Overeengekomen prijzen

Gemiddelde
109,4
109,1
109,6

Mediaan
110
110
110

Minimum
102
103
105

Maximum
110
110
110

De theoretische samenspanningsprijs is honderdtien voor alle varianten.

Kartelduur
De duur van een kartel wordt beïnvloed door de mogelijkheden die kartelleden
hebben om het kartel te beëindigen. In Communicatie kunnen kartelleden de
prijsafspraak ontduiken, in Pakkans kan een kartel daarbovenop worden ontdekt,
terwijl in Clementie het kartel ook nog eens kan worden aangegeven. Uit het
experiment komt naar voren dat in Communicatie in tweederde van alle kartels
de prijsafspraak direct wordt geschonden door gemiddeld 52 procent van het
aantal kartelleden. In Pakkans is de fractie schendingen hetzelfde maar wordt
bovendien zeventien procent van alle gevormde kartels ontdekt. In Clementie
daarentegen verandert het beeld. Ten eerste neemt het aantal kartelleden dat
een prijsafspraak schendt substantieel toe tot 72 procent. Ten tweede geeft
veertig procent van alle kartelleden het kartel aan. Dit resulteert erin dat in 94
procent van alle gevormde kartels één of meerdere kartelleden de prijsafspraak
schendt en dat 78 procent van alle kartels door één of meerdere kartelleden
wordt aangemeld. In Clementie houdt dan ook geen enkel kartel meer dan één
periode stand, terwijl in Communicatie en Pakkans een kartel gemiddeld respectievelijk 1,34 en 1,33 periodes duurt.
Prijzen
Het tot stand komen van een prijsafspraak en de duur van een kartel hebben
beide invloed op de uiteindelijke marktprijs. De gemiddelde marktprijzen voor de
vier varianten, uitgesplitst naar het wel of niet bestaan van een kartel, staan in
tabel 3. De gemiddelde marktprijs wijkt in Communicatie en Pakkans niet af van
die in Basisspel. Het herhaalde karakter van het experiment maakt het mogelijk
om prijzen te realiseren die boven het niveau van de marginale kosten liggen
zonder dat daar een prijsafspraak voor nodig is. Maar overleg helpt wel. Zo blijkt

ESB

20 april 2007

233

dat de gemiddelde prijs na een prijsafspraak substantieel hoger is dan die in
Basisspel. Dit is zowel het geval in Communicatie als in Pakkans.
Verder blijkt dat in Communicatie de mogelijkheid van een prijsoverleg het kaf
van het koren scheidt: groepen waarin ondanks het ontbreken van boetes niet
wordt overlegd realiseren een marktprijs die statistisch niet significant verschilt
van het niveau van de marginale kosten. Indien er een pakkans is, stijgt deze
prijs; om de pakkans te omzeilen wordt geprobeerd zonder prijsoverleg te coordineren naar een hoger prijsniveau. Dit lukt gedeeltelijk. De prijs die gemiddeld tot stand komt in de gevormde kartels in Clementie is weliswaar hoger dan
het niveau van de marginale kosten, maar stijgt niet uit boven de gemiddelde
prijs in het basisspel. Tegelijkertijd is het prijsniveau zonder prijsoverleg in
Clementie nagenoeg gelijk aan het niveau van de marginale kosten. En omdat in
Clementie relatief weinig kartels gevormd worden, is het gemiddelde prijsniveau
in Clementie het laagst van allemaal. Kortom, als het gaat om het realiseren van
lage marktprijzen dan is de hier beproefde clementieregeling uiterst effectief.
tabel 3

pakkans met de mogelijkheid om vrijwillig aangifte
te doen van de prijsafspraken in ruil voor boetereductie. Hierdoor worden minder kartels gevormd
en gemiddeld genomen komen lagere prijzen tot
stand. Deze resultaten ondersteunen de observatie
dat clementieregelingen een effectief instrument
zijn in het opsporen en terugdringen van verboden
prijsafspraken. Mogelijk sterkt de regeling een deel
van de marktdeelnemers in hun beslissing niet deel
te nemen aan prijsbesprekingen. Groepen waarin
desondanks prijsbesprekingen plaatsvinden worden
echter noch door een boete noch door een eerdere
aanmelding van het kartel door één of meer groepsleden ervan weerhouden opnieuw prijsbesprekingen
te voeren. Gezien recente onthullingen over nieuwe
fraude in bouwsector lijkt dit type recidivisme niet
alleen binnen het lab een realiteit.

Gemiddelde marktprijzen, uitgesplitst naar het wel of niet bestaan van een
prijsafspraak.

Marktprijs
Kartelprijs
Niet kartelprijs

Basisspel
103,24
–
103,24

Communicatie
103,31
105,43
101,40

Pakkans
103,04
104,82
102,38

Clementie
101,38
103,39
101,08

Herhaling
Leidt clementie tot berouw in de zin dat er in de toekomst geen prijsafspraken
meer gemaakt zullen worden? In figuur 1 zijn voor de drie varianten met communicatie de empirische cumulatieve dichtheidsfuncties weergegeven van het aantal
kartels dat per groep tot stand is gekomen. De figuur laat bijvoorbeeld zien dat in
Pakkans er een kans van ongeveer veertig procent bestaat dat in een groep meer
dan vier kartels worden gevormd. Als deze kans hetzelfde zou zijn voor de twee
andere varianten dan betekent dit voor de figuur dat de helling van de dichtheidsfunctie bij het punt vier dezelfde zou moeten zijn. Deze helling is geschat met
een tweezijdige Tobitschatter en het blijkt dat die in statistische zin niet verschilt
tussen Pakkans en Clementie. Dit betekent dat de clementieregeling die wij hebben onderzocht geen invloed heeft op de kans dat een ontbonden kartel in de
toekomst weer opgestart zal worden.

Conclusie
In het laboratorium worden minder prijsafspraken gemaakt indien de kans
bestaat om tegen de lamp te lopen, maar vooral door de combinatie van een

figuur 1

Empirische cumulatieve dichtheidsfuncties van het aantal gerealiseerde
kartels
1.0

Kans

0.8

0.6

LITERATUUR
0.4

Hinloopen, J. en A.R. Soetevent. (2006) Trust and Recidivism,
Tinbergen Insituut, ongepubliceerd manuscript, 2006–067/1
NMa (2006) Richtsnoeren Clementietoezegging,

0.2
Communicatie
Pakkans
Clementie

0.0
0

2

4

6

8

Aantal kartels per groep

234

ESB

20 april 2007

10

12

http://www.nmanet.nl/nederlands/home/Wet_en_regelgeving/Richtsnoeren/Richtsnoeren_Clementie-toezeggingen_en_clementiebureau.asp
NMa (2007) Consultatiedocument NMa-Agenda 2007, http://
www.nmanet.nl/nederlands/home/Actueel/Publicaties/
Consultatiedoc/Consultatiedocument_NMa-Agenda_2007.asp

Auteurs