Ga direct naar de content

Kwetsbare consumenten gebaat bij betere marktwerking

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 12 2020

Miljoenen Nederlanders stappen nooit over van energie- of telecomaanbieder, waardoor zij relatief hoge prijzen betalen, zo berichtte het Algemeen Dagblad onlangs op basis van een onderzoek van Independer en Pricewise (Voermans, 2020). In het artikel riepen de prijsvergelijkers en de Consumentenbond de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op om deze zogenaamde ‘vasteklantboetes’ tegen te gaan, zoals in het Verenigd Koninkrijk. Aldaar speelde de afgelopen jaren een soortgelijke discussie, die onder andere resulteerde in een prijsplafond in de retailenergiemarkt (Waddams Price, 2018).

Hoewel de roep om harde prijsregulering in Nederland nog niet klinkt, beklijfde de term ‘vasteklantboete’ (zie bijvoorbeeld Nu.nl, 2020) en bleek het nieuws in de daaropvolgende (online) discussies bij verschillende lezers een anti-marktwerkingssentiment aan te boren dat in algemene zin aan populariteit lijkt te winnen (Van Loon, 2019). De voornaamste klacht met betrekking tot de vasteklantboete is dat concurrentie tot oneerlijke uitkomsten leidt; sommige consumenten betalen meer dan andere. Concurrentie resulteert echter ook in gemiddeld lagere prijzen, betere kwaliteit, en meer innovatie (OESO, 2014). Bij het zoeken naar oplossingen voor kwetsbare consumenten moeten we die voordelen niet uit het oog verliezen.

Redenen voor overheidsingrijpen

In een markt kunnen consumenten verschillende prijzen betalen voor min of meer gelijke producten. Dat hoeft geen probleem te zijn. Consumenten willen niet allemaal evenveel tijd en moeite steken in het vergelijken van aanbiedingen (Stigler, 1961). Maar als mensen door een gebrek aan vindbare en begrijpelijke informatie of als gevolg van beperkte zoek- en beslisvaardigheden niet kúnnen overstappen, of dat niet durven, is er een taak weggelegd voor de overheid om aanbieders te dwingen de situatie te verbeteren (Tuinstra, 2018).

Wanneer aanbieders bewust inspelen op de beperkte aandacht en de beperkte zoek- en beslisvaardigheden van bepaalde groepen consumenten, door bijvoorbeeld contracten automatisch te verlengen tegen een hoger tarief, of onduidelijke prijzen en nota’s te hanteren, is er bovendien sprake van naïviteitsdiscriminatie (Heidhues en Kőszegi, 2017). Dat kan op morele bezwaren stuiten, maar lijkt ook vaak welvaartsverlagend te werken en rechtvaardigt dus eveneens overheidsingrijpen.

Nieuwe versus vaste klanten

Een extra dimensie aan de discussie is dat volgens het onderzoek van de twee prijsvergelijkers Independer en Pricewise de vaste klanten vaker 65 jaar of ouder zijn, laagopgeleid zijn en/of een laag inkomen hebben (Voermans, 2020). De suggestie is dat zij vaker geen ‘bewuste blijvers’ zijn, maar uit onwetendheid of onkunde meer betalen dan nodig, en in die zin kwetsbaar zijn. Hiermee wordt de geobserveerde klantinertie in zekere zin ook een politiek verdelingsvraagstuk, met name indien andere groepen consumenten (zoals jongeren, hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen) hiervan de vruchten plukken. Dit speelt bijvoorbeeld een rol in de vorm van lagere tarieven voor nieuwe klanten, die de aanbieders kunnen rekenen omdat ze (meer) verdienen op de vaste klanten (Tuinstra, 2014).

Meer aandacht voor kwetsbare consumenten

Markttoezichthouders onderkennen dit probleem en hebben steeds meer aandacht voor de bescherming van kwetsbare consumenten (ACM, 2017; AFM, 2020). Door goede informatie te bevorderen en door misbruik van kwetsbaarheden van consumenten te beteugelen, zorgen toezichthouders ervoor dat vergelijken en overstappen makkelijker wordt. Dat zorgt voor meer concurrentiedruk tussen aanbieders, zodat meer consumenten kunnen profiteren van de voordelen van concurrentie. Zo heeft de ACM bijvoorbeeld verduidelijkt hoe consumenten geïnformeerd moeten worden bij het aanbod voor een energiecontract (ACM, 2014) en stellen de ACM en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) grenzen aan online beïnvloedingstechnieken en de digitale keuzeomgeving voor consumenten (ACM, 2020; AFM, 2019). Ook stelden de ACM en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) na marktonderzoek (beleids)oplossingen voor om het kiezen van een zorgverzekering makkelijker te maken (ACM en NZa, 2018).

Desondanks is er een roep om eerlijkere uitkomsten in de samenleving en zijn er nog steeds kwetsbare consumenten die meer betalen dan nodig. Toezichthouders kunnen hen nog beter beschermen door strenger toe te zien op misleidende handelspraktijken, zoals misleidende informatie, verschillen die groter lijken dan ze zijn en onnodig ingewikkelde tarieven. Daarnaast kunnen beleidsmakers en aanbieders keuzeprocessen voor consumenten vereenvoudigen en hen handelingsperspectief bieden om actievere keuzes te maken. Aanbieders zullen dan een sterkere prikkel voelen om ook aan hen een lagere prijs te bieden – geen ‘vasteklantboete’.

Verder moeten beleidsmakers en toezichthouders bij het zoeken naar oplossingen ook buiten de gebaande paden durven te denken (bijvoorbeeld een ‘zorgplicht’ voor bedrijven die een publiek belang dreigen te schaden; Canoy, 2019) en kunnen toezichthouders zich laten inspireren door ervaringen van collega’s uit het buitenland (zoals onderzoek naar het (verplicht) informeren van consumenten die al langere tijd hetzelfde contract hebben (OFGEM, 2019)).

Vergaande prijsinterventies kunnen averechts werken

Belangrijk is dat we de voordelen van concurrentie niet uit het oog verliezen. Juist door het stimuleren van eenvoudig vergelijken en overstappen kunnen ook kwetsbare consumenten erop vooruitgaan. Een prijsplafond om de prijzen te beperken en/of een limiet op de toegestane prijsverschillen tussen groepen consumenten, zoals in het Verenigd Koninkrijk, zijn drastische maatregelen die potentiële overstapwinsten beperken en daardoor concurrentie verzachten. Het resultaat kan een hoger gemiddeld prijsniveau zijn (ook al betalen de kwetsbare consumenten minder dan voorheen) en een verminderde prikkel voor aanbieders om goede kwaliteit te leveren en om te innoveren. Om vergelijkbare redenen is een eerder verbod op discriminatie in energietarieven in het Verenigd Koninkrijk later weer ingetrokken (CMA, 2016; Littlechild, 2019).

In Nederland lijkt de minder vergaande ‘vangnetregeling’, waarbij de ACM retailenergietarieven toetst op redelijkheid, de concurrentie niet te belemmeren (ACM, 2019). Laten we in lijn hiermee terughoudend zijn met vergaande prijsinterventies – en er met de eerdergenoemde toezichtsmaatregelen voor zorgen dat meer mensen kunnen profiteren van de voordelen van concurrentie. Voor zover er dan nog sprake is van onwenselijke uitkomsten voor specifieke groepen consumenten, kunnen die waarschijnlijk beter worden opgelost door herverdeling.

Literatuur

ACM, ‘Informatievoorziening op de consumentenmarkt voor energie’, 4 november 2014.

ACM, Jaarverslag 2017.

ACM 2019, ‘Vangnet in transitie’, juni 2019

ACM 2020, Leidraad ‘Bescherming van de online consument – grenzen aan online beïnvloeding’, 11 februari 2020

ACM en NZa, ‘Beter kiezen op de polismarkt’, juli 2018

AFM, Consultatie Principes voor de keuzeomgeving, 21 november 2019

AFM, Agenda 2020

M. Canoy, ‘Voer zorgplicht in voor machtige bedrijven die een publiek belang dreigen te schaden’, Volkskrant, 7 oktober 2019

Competition and Markets Authority, Energy Market Investigation, final report 24 juni 2016

Competition and Markets Authority (CMA), ‘Tackling the loyalty penalty – Response to a super complaint made by Citizens Advice on 28 September 2018’, 19 december 2018.

P. Heidhues en B. Kőszegi, ‘Naïveté-based discrimination’, The Quarterly Journal of Economics, 2017, p. 1019-1054.

S. Littlechild, ‘Promoting competition and protecting customers? Regulation of the GB retail energy market 2008–2016’, Journal of Regulatory Economics 55, 2019, p.107–139.

W. Van Loon, ‘Het geloof in de markt lijkt verdwenen uit Den Haag’, NRC, 4 maart 2019

Nu.nl, ‘Vasteklantboete’ op energie en telecom voor miljoenen niet-overstappers, 25 januari 2020

Office of Gas and Electricity Markets (OFGEM), ’Insights from Ofgem’s consumer engagement trials – What works in increasing engagement in energy tariff choices?’, 27 september 2019

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), ‘Factsheet on how competition policy affects macro-economic outcomes’, oktober 2014

G.J. Stigler, ‘The economics of information’, The Journal of Political Economy, 1961, nr. 3, p. 213-225.

A. Tuinstra, ‘Consumenteninertie, mededinging en markttoezicht’, Markt en Mededinging, 2018, nr. 6, p. 236-241.

A. Tuinstra, ‘Wanneer bewuste consumenten profiteren van naïeve consumenten’, ESB Dossier Consumentenwelvaart als beleidsdoelstelling, Jaargang 99 (4683S) 18 april 2014, p. 28-34.

T. Voermans, ‘Miljoenen Nederlanders stappen nooit over en betalen zich blauw aan energie en telecom’, Algemeen Dablad, 25 januari 2020.

C. Waddams Price, ‘Back to the Future? Regulating Residential Energy Markets’, International Journal of the Economics of Business 2018, nr. 1, p. 147-155.

Auteurs

Categorieën