Ga direct naar de content

Zo kunnen we de toeslagen afschaffen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 30 2020

Het stelsel van toeslagen staat ook wel bekend als de rondpompmachine. De overheid int eerst inkomensafhankelijke belasting, om bij diezelfde mensen daarna weer inkomensafhankelijk geld uit te keren. Deze rondpompmachine heeft schadelijke gevolgen, liet ik in het eerste deel van dit tweeluik zien. In dit tweede deel een overzicht van hoe je de toeslagen zou kunnen afschaffen.

Wat willen we bereiken?

We willen alle nadelige gevolgen van de toeslagen wegnemen. Dat kan alleen als we de toeslagen zo veel als mogelijk afschaffen, en waar dat niet mogelijk is, proberen om het aantal huishoudens dat ervan afhankelijk is zoveel als mogelijk te reduceren. Tenslotte willen we daar waar huishoudens nog wel een beroep moeten doen op toeslagen die zo klein mogelijk willen houden.

Tegelijkertijd willen we de kernfunctie van de toeslagen – de inkomensondersteuning voor lagere inkomens – handhaven. Het alternatief moet niet leiden tot herverdeling ten opzichte van de huidige situatie. Dat kan op zich natuurlijk wel, maar dat is een andere, meer politieke discussie.

Het eerste uitgangspunt is daarom dat we herverdelingseffecten van het afschaffen van de toeslagen zoveel als mogelijk te vermijden, maar tegelijkertijd zullen die effecten er onvermijdelijk zijn, en moet dat met flankerend beleid worden opgelost. Sowieso is het waarschijnlijk dat afschaffing van de toeslagen alleen politiek mogelijk is als het gepaard gaat met een forse lastenverlichting als ‘smeerolie’. Het tweede uitgangspunt is dat we proberen om de afschaffing van de toeslagen wel zoveel mogelijk via de fiscale route te laten lopen. Als we de onderliggende systemen wijzigen, zoals het zorgstelsel, de woningmarkt en de kinderopvang wordt het nog ingewikkelder, dus dat proberen we zoveel mogelijk te vermijden.

De doelstellingen bij de afschaffing van de toeslagen volgen verder uit de lijst met onwenselijke gevolgen van de toeslagen die in deel 1 van dit tweeluik geschetst zijn: het verlagen van de marginale belastingdruk, het wegnemen of minimaliseren van het risico op problematische schulden als gevolg van een terugbetaalplicht, het wegnemen van de ontmoediging om meer uren te werken, het beperken van de controlelast voor burgers en het herstellen van de handelingsvrijheid van burgers

Elementen van een alternatief

De vraag is dan, hoe bereik je die doelstellingen? Het in één keer afschaffen van de toeslagen zonder allerlei andere maatregelen is niet mogelijk, dat zou immers een enorme herverdeling van arm naar rijk met zich meebrengen. Tegelijkertijd de belastingen verlagen is ook geen volledige oplossing, want toeslagen worden ook ontvangen door mensen die niet werken, omdat ze student, gepensioneerde of ziek zijn. De oplossing, welke die ook gaat worden, zal dan ook waarschijnlijk een combinatie zijn van aanpassingen in belastingen, arbeidsbeloning, werknemersverzekeringen, uitkeringen en de toeslagen zelf. En al die aanpassingen moeten gezamenlijk logisch op elkaar aansluiten.

Vanzelfsprekend zijn er meerdere combinaties van maatregelen die de doelstellingen in meer of mindere mate kunnen bereiken. En allemaal zullen ze net iets andere effecten hebben op de economie in termen van werkgelegenheid, bestedingen, koopkracht, participatie en groei. Welke de uiteindelijke voorkeur zal krijgen zal afhangen van hoe goed ze scoren en het dominante mens- en maatschappijbeeld van de dan regerende coalitie.

Het is dan ook nu nog te vroeg om een variant aan te wijzen die superieur is, we hebben ten eerste nog geen overzicht van alle mogelijke varianten, en geen enkele variant is doorgerekend of gemodelleerd. Waar we nu wel mee kunnen beginnen is met het schetsen van mogelijke varianten zodat we een idee krijgen waar Nederland naar toe kan gaan. Een variant die ik kansrijk en aantrekkelijk acht bevat een aantal elementen.

Hogere arbeidsbeloning

Het eerste element betreft de lonen. Toeslagen bestaan ook omdat veel huishoudens, ook als er voltijds gewerkt wordt, daarmee niet genoeg verdienen om in hun levensonderhoud te voorzien. Daarom ondersteunt de overheid hun inkomens met toeslagen. Een voor de hand liggende manier om de rol van toeslagen te verkleinen is dan ook hogere lonen. In het Verenigd Koninkrijk hebben ze voor deze benadering gekozen. Sinds 2015 is het wettelijk minimumloon verhoogd van circa 6 naar 9 pond per uur en zijn toeslagen en belastingen verlaagd. De komende jaren gaat dat door: het wettelijk minimumloon wordt naar verwachting verder verhoog richting 10 pond of zelfs 11 pond per uur, of circa 60 tot 65 procent van het mediane loon.

Die 60 procent is geen toeval. Uit onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten blijkt dat een wettelijk minimumloon tot 60 procent van het mediane loon geen negatieve effecten voor de werkgelegenheid heeft, en zeer kleine effecten van 60 tot 65 procent van het mediane loon. Die effecten zijn mede zo klein omdat minimumlonen weinig voorkomen in sectoren die exporteren of gevoelig zijn voor importsubstitutie. Minimumlonen komen vooral voor in binnenlandse dienstverlening, zoals horeca, beveiliging, transport, catering, schoonmaak, zorg enzovoorts. Bedrijven in deze sectoren concurreren alleen met elkaar en kunnen in reactie op hogere lonen hun prijzen verhogen en incidenteel ook automatiseren – ook dat laatste is overigens economisch wenselijk omdat de productiviteit ervan stijgt.

Eventuele hogere prijzen als gevolg van het hogere minimumloon uiten zich in iets hogere inflatie die vooral de hogere inkomens betalen; in die zin is er iets aan herverdeling van hoge en middeninkomens naar lagere inkomens. Maar daar kan iets tegenover staan. Zo vallen veel toeslagen weg of worden veel kleiner en met die opbrengst kunnen de belastingen omlaag. En hogere lonen zorgen ook voor hogere belastinginkomsten: die kunnen worden teruggesluisd via lagere belastingen.

Op dit moment staat het wettelijk minimumloon in Nederland volgens cijfers van de OESO op 47 procent van het mediane loon. Verhoging van het wettelijk minimumloon naar 60 procent van het mediane loon betekent in Nederland een verhoging naar iets onder de 13 euro per uur, 65 procent komt uit net onder de 14 euro. Een dergelijke stijging doen we natuurlijk niet in één keer, maar we nemen daar bijvoorbeeld vier jaar voor. Wie dan voltijds werkt heeft niet of nauwelijks nog toeslagen nodig. Een voltijds minimuminkomen bedraagt 28.000 tot 30.000 euro, dat is al boven de inkomensgrens voor sommige toeslagen.

Voor mensen met een flexibel contract, zoals een oproepcontract, uitzendcontract of nul-uren contract kan een hoger minimumloon worden ingevoerd. De rechtvaardiging daarvoor is enerzijds dat deze mensen ondernemingsrisico overnemen van de werkgever en daarvoor beloond moeten worden, en anderzijds dat het aanbod van deze vorm van arbeid door de overheid gesubsidieerd wordt. Een flexopslag van 4 euro per uur is denkbaar. Dat schept ook ruimte om naar een hoger minimumtarief voor zelfstandigen zonder personeel te gaan.

Uitkeerbare heffingskorting

Het tweede element vormt een uitkeerbare heffingskorting voor mensen die inkomen uit huidige arbeid verdienen en geen bijstand, AOW, IOW of studiefinanciering ontvangen. Een korting op de belasting die voor iedereen individueel geldt. De heffingskorting bedraagt 600 euro per huishouden, plus 600 euro per volwassene en 300 euro per kind onder de 18 in het huishouden. Deze heffingskorting wordt verrekend met de verschuldigde belasting, een eventueel restant wordt uitgekeerd. Deze inhouding en uitkering loopt voor werknemers via de loonbelastingaangifte en verrekening van de werkgever. Werknemers hoeven dan ook niets aan te vragen of te regelen. Voor hen vindt het automatisch plaats.

De kinderbijslag en het kindgebonden budget worden afgeschaft, die zijn niet meer nodig. Bovendien zijn met de invoering van de uitkeerbare heffingskorting de bestaande heffingskortingen voor werkenden niet langer noodzakelijk. De algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de Inkomensafhankelijke combinatiekorting kunnen allemaal vervallen. De zelfstandigenaftrek is niet langer noodzakelijk en ook de hypotheekrenteaftrek kan vervallen waarbij het eigen huis geheel gedefiscaliseerd kan worden. Ook het eigen woning forfait kan dan vervallen. De eigen woning kan dan eventueel ook naar box 3, in combinatie met een hoge vrijstelling.

Brede grondslag belasting op inkomen uit arbeid

Het derde element: de inkomstenbelasting gaat tellen vanaf de eerste tot met de laatste verdiende euro. De uitkeerbare heffingskorting zorgt er immers al voor dat lage inkomens effectief geen belasting betalen en dat de belastingdruk toeneemt als het inkomen stijgt. Een vlaktaks kan worden overwogen, of een systeem met twee schijven. De laagste schijf tot 60.000 euro per jaar heeft dan een tarief van circa 40 procent, daarboven een tarief van 50 procent. Het gaat dan om een geheel individueel belastingsysteem. Of je een partner hebt en of die al of niet werkt of inkomen heeft doet er niet toe.

Het marginale belastingtarief is in een dergelijk systeem altijd 40 procent tot 75.000 euro inkomen en 50 procent daarboven. Werken loont altijd.

Aanpassing uitkeringen

Het vierde element betreft de hoogte va de uitkeringen. De verhoging van het wettelijk minimumloon zorgt ervoor dat de koppeling van de lonen met de uitkeringen tijdelijk moet worden losgelaten. AOW en bijstand moeten ontkoppeld worden totdat het minimumloon haar nieuwe hoogte heeft bereikt, anders wordt de operatie niet alleen onbetaalbaar, maar ook onrechtvaardig. Mensen die werken krijgen weliswaar meer loon, maar verliezen ook toeslagen, dus vasthouden aan de koppeling zou een enorme herverdeling van werkenden naar inactieven met zich meebrengen. De koppeling met de werknemersverzekeringen blijft gewoon bestaan voor nieuwe uitkeringen.

Wel kunnen de uitkeringen uit zowel volks als werknemersverzekeringen nominaal verhoogd worden met een bedrag van circa 100 euro per maand, zodat de zorgtoeslag integraal kan worden afgeschaft. Die is dan niet langer nodig. De combinatie van hogere AOW en afschaffing van zorgtoeslagen zou wel een herverdeling betekenen naar gepensioneerden met een goed pensioen, dus daar is iets aan flankerend beleid nodig door de ouderenkorting anders te richten.

Ter compensatie van het afschaffen van kindgebonden budget en kinderbijslag wordt de bijstand zodanig aangepast dat de zorg voor minderjarige kinderen meeweegt in de hoogte van de bijstandsuitkering.

Lagere premies werknemers- en zorgverzekeringen

De invoering van de uitkeerbare heffingskorting maakt dat het belang van de werknemersverzekeringen tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid voor het inkomen afneemt. Door de invoering van de uitkeerbare heffingskortingen is het daarom mogelijk om een franchise in te bouwen in deze verzekeringen van circa 900 euro. Daardoor kunnen de premies van deze verzekeringen met circa 35 tot 40 procent dalen. Dit voordeel is voor de werkgevers en compenseert deels het effect van het hogere wettelijke minimumloon op de loonkosten.

Daarnaast schaffen we de maximumbijdrage-inkomen in de inkomensafhankelijke premie voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) af. De Zvw-premie loopt niet tot een bepaald inkomen, maar gaat over het gehele inkomen gelden, waardoor het premie percentage naar beneden kan van de huidige 5,7 naar circa 3,6 procent. De totale last voor werkgevers blijft dan gelijk, maar er vindt wel een herverdeling plaats van werkgevers met gemiddeld lage lonen naar werkgevers met gemiddeld hogere lonen. Ook dat levert een gedeeltelijke compensatie op voor de hogere loonkosten door het hogere wettelijke minimumloon, juist voor werkgevers met relatief lage lonen.

Kinderopvang

Tenslotte is er de kinderopvang. Hiervoor hanteren we een vlak tarief voor de eigen bijdrage van ouders van 15 procent van het opvangtarief, dat zou nu uitkomen op gemiddeld ongeveer 1 euro per uur. We houden hier geen rekening meer met het inkomen of het aantal uren dat iemand werkt, of eerste of tweede kind. Ouders betalen die bijdrage zelf aan de kinderopvanginstelling. En het is betaalbaar voor iedereen, zelfs voor hen met een baan op het niveau van het nieuwe wettelijke minimumloon. Door een percentage te hanteren blijft het commerciële tarief dat de instelling hanteert relevant voor ouders, en zo blijft er een prikkel tot efficiëntie bestaan. De kinderopvangtoeslag komt geheel te vervallen, de overheidsbijdrage wordt direct door de overheid aan de kinderopvanginstelling betaald.

Resultaat

Met bovenstaande combinatie van maatregelen hebben we afgeschaft: de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en de teruggave hypotheekrente. De huurtoeslag blijft wel bestaan. Ik zie geen mogelijkheden om die af te schaffen als je niet terug wil naar de inefficiënte en onrechtvaardige objectgebonden subsidies uit de jaren zeventig. Maar de combinatie van bovenstaande maatregelen zorgt er wel voor dat het aantal ontvangers van huurtoeslag sterk daalt van miljoenen naar honderdduizenden huishoudens, waardoor de met huurtoeslag verbonden negatieve effecten navenant afnemen.

In dit nieuwe systeem worden mensen niet meer ontmoedigd om te gaan werken of meer te gaan werken. Niet meer ontmoedigd om samen te wonen of kinderen te krijgen. De kans op hoge schulden en terugbetalingen nemen sterk af. Handelingsperspectief en menselijke waardigheid nemen toe. Uitvoeringskosten nemen af. What’s not to like?

De kamerleden Bruins en van Weyenberg dienden in december 2019 een motie in waarin ze het constateerden dat “ons land wellicht beter af is zonder toeslagen” en het kabinet verzochten om: “in het kader van het bouwstenentraject voor een beter belastingstelsel en de brede maatschappelijke heroverwegingen diverse varianten uit te werken, waarbij het toeslagenstelsel geheel verdwijnt en wordt vervangen door bijvoorbeeld alternatieve inkomensafhankelijke arrangementen, (uitkeerbare) heffingskortingen, decentralisatie van toeslagen en/of verhoging van het wettelijk minimumloon en uitkeringen”

Ik hoop dat ik met dit stuk de betrokken ambtelijke werkgroepen van munitie heb voorzien en dat we in 2025 (grotendeels) van de toeslagen af zijn.

Auteur

Categorieën