Ga direct naar de content

Europa creëert rechtsongelijkheid bij steun voor profvoetbal

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 4 2019

In 2016 oordeelde de Europese Commissie dat voetbalclub Valencia verboden staatssteun had ontvangen. De lokale overheid had in 2010, toen de club in moeilijkheden zat, garanties gegeven op leningen van de club. Volgens de Commissie waren die niet marktconform, omdat gewone marktpartijen geen garanties verstrekken aan bedrijven in moeilijkheden. De garanties golden daarom als staatssteun. Verder was een uitzondering op het verbod op staatssteun niet mogelijk, omdat Valencia was gered zonder dat er een herstructureringsplan was gemaakt. De club moest het door de garanties verkregen voordeel aan de overheid terugbetalen.

Toen FC Twente in 2017 in moeilijkheden zat, gaf de gemeente Enschede de club een garantie op een lening (van 8,4 miljoen euro) terwijl er geen herstructureringsplan was. Dit was dus ook tegen de regels. In april 2019 kreeg Twente nog eens steun, toen wel op basis van een herstructureringsplan. Maar deze steun was te ruimhartig, en daarom onrechtmatig. Zo steeg het eigen vermogen van de club met 23 miljoen euro, tot plus 12 miljoen. Hierdoor werd Twente in één klap twee keer zo rijk als het gezonde Heracles, wat de competitie vervalst.

Maar terwijl de Commissie bij Valencia nog zo streng was, lijkt zij bij Twente niets te gaan doen. Hoe kan zulke rechtsongelijkheid ontstaan?

De Europese Commissie heeft bij het verbod op staatssteun twee taken. Ten eerste moet men de soms vage teksten van de Europese Verdragen vertalen in heldere, toepasbare regels. De Commissie heeft deze taak redelijk vervuld, ook voor het profvoetbal.

De tweede taak betreft het handhaven van de regels. Hiermee was de Commissie, wat betreft het profvoetbal, vooral tussen 2013 en 2016 actief. Toen velde men oordelen over flink wat clubs die steun hadden gekregen. Bij een aantal clubs, zoals Valencia, werd de steun teruggedraaid.

De reden voor de verhoogde activiteit tussen 2013 en 2016 was dat het Europese Hof en de Europese Ombudsman niet lang daarvoor hadden gesteld dat de Commissie op elke klacht over staatssteun met een oordeel diende te reageren. Maar terwijl de Commissie in 2013 begon met het onderzoeken van de reeds ingediende klachten, stelde zij ook snel een nieuwe regel in voor alle klachten die na 2013 zouden binnenkomen. Volgens die regel had de Commissie niet langer de plicht te reageren op klachten van burgers of Ngo’s. Dit terwijl bij het voetbal de meeste klachten juist uit die hoek afkomstig waren. De Commissie dient nog steeds wel altijd te reageren op klachten van concurrerende profclubs, maar die klagen zelden of nooit.

Wanneer klachten van burgers minder kans van slagen hebben, komen er ook minder binnen. Dit maakt het moeilijker om overtredingen waar te nemen. Het is dus des te belangrijker dat gemeenten alle (mogelijk verboden) steun ter beoordeling aan Brussel voorleggen, zoals de Verdragsregels gebieden. Echter, Enschede en andere gemeentes laten dit na. De Commissie accepteert dit onrechtmatige gedrag.

De reden hiervoor is wellicht dat afwijzende oordelen over steun voor clubs in moeilijkheden kunnen leiden tot het verdwijnen van belangrijke clubs. Echter, dit probleem kan worden opgelost als de Commissie haar interpretatie van de Europese Verdragen, in lijn met letter en geest daarvan, verder verfijnt.

Meer specifiek zou kunnen gaan gelden dat onterecht gegeven steun niet langer onmiddellijk moet worden terugbetaald, maar meer op lange termijn. Zo zou FC Twente, als het straks weer Europees voetbal speelt, 25 procent van de daarvoor ontvangen premies aan de gemeente kunnen overmaken. Soortgelijke betalingen kunnen ook plaatsvinden na andere sportieve successen, totdat de gemeente geheel is afbetaald. Het voortbestaan van FC Twente komt zo nooit in gevaar. Ook wordt de concurrentie met Heracles eerlijker. En er komen miljoenen vrij voor onderwijs en zorg.

Verder zou kunnen gaan gelden dat clubs die gered moeten worden, de overheid hiervoor op termijn een boete betalen. Dit helpt voorkomen dat clubs teveel geld uitgeven omdat de overheid hen toch wel redt als het misgaat (het probleem van moral hazard).

Regels horen te worden toegepast. Waar dat op bezwaren stuit, kunnen ze worden aangepast. Maar rechtsongelijkheid zoals die tussen Valencia en Twente mag niet bestaan.

Tsjalle van der Burg doceert economie aan de Universiteit Twente. Zijn rapport ‘FC Twente, Feyenoord en de Europese regels voor staatssteun’ is te vinden via internet.

Auteur

Categorieën