Ga direct naar de content

Waarom Rockonomics de nieuwe inleiding in de economie moet worden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 2 2019

Het onderwijs moet de leefwereld van scholieren en studenten als vertrekpunt nemen, vinden vele onderwijskundigen. Een standpunt dat ook economiedocenten lijken te onderschrijven. Doch wordt dit zelden gepraktiseerd, onder meer vanwege het ontbreken van geschikt lesmateriaal.

Uiteindelijk doel van het onderwijs is om studenten kritisch te leren denken, vindt de overgrote meerderheid van de economen die de Groningse hoogleraar Dirk Bezemer heeft benaderd voor zijn onderwijscolumn in De Groene Amsterdammer.

Zowel dit ideale eindpunt als het ideale eindpunt, komen binnen bereik als we de economiestudie voortaan laten beginnen met het nieuwste boek van Alan Krueger, Rockonomics. Tevens zijn laatste, want op 16 maart maakte hij een eind aan zijn leven.

Krueger was hoogleraar op Princeton en adviseur van Obama. Midden jaren negentig brak hij door met een studie over het minimumloon. Vrijwel elke (neoklassieke) econoom verwacht dat een verhoging van het minimumloon leidt tot minder werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze hypothese was echter nooit goed onderzocht. Krueger greep de verhoging van het minimumloon in de staat New Jersey aan om de gevolgen ervan te vergelijken met de naburige staat Pennsylvania, waar de vloer in het loongebouw ongewijzigd bleef. Tot veler verbazing werd de neoklassieke hypothese niet bevestigd. Integendeel, de werkgelegenheid (in de fast-foodsector) steeg in New Jersey sneller dan in Pennsylvania. Een conclusie die in later onderzoek van collega’s veelvuldig werd bevestigd. Wat overigens niet betekent dat allerlei econometrische beleidsmodellen daarop zijn bijgesteld – zo heeft een verlaging van het minimumloon in de modellen van het Centraal Planbureau nog altijd een significant positieve invloed op de werkgelegenheid.

De nieuwsgierige en empirische houding die zo kenmerkend is voor het werk van Krueger, vinden we ook terug in Rockonomics. In dit boek bespreekt Krueger aan de hand van de muziekindustrie een aantal belangrijke economische krachten die ons vormgeven. Dat maakt dit boek zeer geschikt om studenten in te leiden in de economische wetenschap.

De economische wetenschap is behoorlijk saai als we uitgaan van de homo economicus, die volgens Oscar Wilde van alles de prijs weet maar van niets de waarde. Economie wordt pas boeiend bij de wisselwerking tussen enerzijds menselijke idealen en ambities, en anderzijds economische en technologische ontwikkelingen. Een wisselwerking die Krueger voortdurend laat zien. Zoals wanneer hij beschrijft hoe streaming de muziekindustrie op haar kop heeft gezet, en musici heeft gestimuleerd om nieuwe businessmodellen te proberen.

Krueger toont zich een gedreven onderzoeker die erop uittrekt om aan gegevens over de muziekindustrie te komen (daarmee is hij een voorbeeld voor studenten én docenten). Naast interviews met mensen uit diverse geledingen van de muziekindustrie, en databestanden over concerten en andere inkomstenbronnen voor musici, heeft hij een enquête onder 1.200 professionele musici georganiseerd. De data die Krueger heeft verzameld en gebruikt, zijn bovendien toegankelijk voor iedereen. Dus ook voor studenten, die daarmee meteen aan de slag kunnen voor simpele replicastudies.

Zijn beschrijving en analyse van de popmuziekindustrie is doorspekt met verhalen: “music is all about telling stories”. Verhalen blijven volgens Krueger een stuk beter hangen dan abstracte principes en vergelijkingen die de traditionele leerboeken domineren. Bovendien geldt wat Krueger de theorie van “one degree of separation” noemt: iedereen kent wel iemand in zijn of haar netwerk die op een of andere manier met de muzieksector is verbonden. Zo is aansluiting bij de leefwereld van studenten gegarandeerd.

Krueger kun je niet betrappen op definities die studenten uit het hoofd kunnen leren en op het tentamen reproduceren. Zeker, ook hij gebruikt theoretische concepten maar op een zodanige wijze dat iedereen snapt waar het om gaat. Zo geeft hij talloze voorbeelden van prijsdiscriminatie, een veel gebruikte methode van (managers van) musici om hun inkomsten te vergroten. Hij verwijst onder meer naar Taylor Swift, door hem aangeduid als een Economic Genius, die haar zesde album Reputation de eerste week alleen als CD en betaalde download beschikbaar heeft gesteld (voor haar meest fanatieke fans), en pas daarna laten streamen door Spotify (voor het grote publiek)

Daarnaast bendarukt Krueger het belang van sociologie en psychologie voor economen: “You can’t understand markets or the economy without recognizing when and how the jazz of emotions, psychology, and social relations interfere with the invisible hands of supply and demand.” Een mooi voorbeeld vindt Krueger een experiment waarbij sociologen twee groepen een ranglijst met de favoriete muziek van een aantal deelnemers voorleggen. De eerste subgroep krijgt de feitelijke ranglijst te zien, de tweede de omgekeerde volgorde. Beide groepen blijken zich vervolgens bij hun muziekkeuzes in belangrijke mate te laten leiden door de hen gepresenteerde ranglijst. Bovendien blijkt er sprake van een rich get richer­-effect: de populaire liedjes worden tijdens het experiment steeds vaker gedraaid.

Krueger laat meer van dit soort effecten de revue passeren. Gecombineerd resulteren zij in een marktstructuur waarin superstars steeds meer gaan domineren – een marktstructuur die volgens hem ook elders opgang maakt. “The winner takes it all”. (Interessant detail: deze zinsnede werd beroemd door de gelijknamige hit van de Zweedse popgroep ABBA in 1980, het jaar waarin de inkomensverschillen in de VS niet langer kleiner maar juist groter werden – tot op de dag van vandaag.)

Rockonomics laat zo zien hoe een goed begrip van de popmuzieksector helpt om de recente ontwikkelingen in de economie te duiden, en nieuwe economische wetmatigheden te onderzoeken. Kortom, een ideaal boek om eerstejaars enthousiast te maken over de grondbeginselen van ons vakgebied. En los daarvan een ideaal vakantieboek.

Auteur

Categorieën