Ga direct naar de content

Reputatie als tegengas in de sjeeseconomie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 30 2016

Op zoek naar een klusje? Kijk dan eens op internetplatforms als Uber, TaskRabbit, oDesk en Amazon M-Turk. Altijd  is er wel iemand op zoek naar een chauffeur, tuinier, spreadsheet-kenner, foto-tagger of onderzoeksobject. Je kunt er naar hartenlust bijverdienen, of zelfs rondkomen. De keerzijde is het gebrek aan zekerheden. Niet alleen aan sociale zekerheden zoals een uitkering bij ziekte of ontslag, vakantiedagen of een CAO waaraan het ook andere opdrachtnemers ontbreekt. Maar ook aan de belangrijke zekerheid dat je daadwerkelijk, en op tijd, wordt uitbetaald.  

De onzekerheid over uitbetaling en andere afspraken zit hem in de aard van de arbeidsrelatie. Niet voor niets spreekt men wel van de gig economy ofwel sjeeseconomie. Als gebruiker van een klusjesplatform hol je namelijk van het ene naar het andere anonieme en vluchtige arbeidscontact. Dit doe je bovendien zonder rechten om op te staan, vakbond om op te leunen en kennissen om uit te horen over de opdrachtgever. Hoe voorkom je opportunisme bij opdrachtgevers dan?

Een antwoord komt van Alan Benson, Aaron  Sojournor en Akhmed Umyarov, onderzoekers aan de University of Minnesota. Zij vestigen de aandacht op de speciale reputatiesystemen van sommige platforms. Hierin kan men elkaar openbaar beoordelen, met alle informerende en  motiverende effecten van dien. Voor andersoortige platforms zoals Amazon, Airbnb en eBay is de effectiviteit van reputatiesystemen al bewezen (net als het belang van een goed ontwerp ervan). Voor klusjesplatforms nog niet. 

Daarom bestudeerden Benson en co de betalingsbereidheid voor reputatie op m-Turk, het klusjesplatform van Amazon. Je kunt er gebruik maken van Turkopticon, een onafhankelijke browser plugin om opdrachtgevers te raten en screenen. Het is echter geen uitgemaakte zaak dat dit reputatiesysteem informatief is. Het systeem draagt in potentie bij aan een collectief en vrij toegankelijk geheugen over de betrouwbaarheid van opdrachtgevers. Maar dan moeten er wel voldoende klussers zijn die de moeite nemen om opdrachtgevers (eerlijk) te beoordelen, en reputatiezorgen moeten opdrachtgevers aanmoedigen tot goed gedrag. 

In een eerste experiment selecteerde een onderzoeksassistent taken van opdrachtgevers die waren opgedeeld in goede, slechte en geen reputaties. De assistent stuurde de taken door naar een tweede assistent die de reputaties niet zag en ze uitvoerde. De taken bij goede reputaties bleken effectief 40 procent beter te verdienen dan taken bij slechte reputaties. Waarom? Opdrachtgevers met slechte reputaties beloofden gemiddeld dan wel een zelfde loon maar keerden minder vaak uit. Ook namen hun taken meer tijd in beslag.   

In een tweede experiment keken de onderzoekers of goede reputaties opdrachtgevers ook hielpen bij het vinden van klussers. Zo niet, dan heeft het reputatiesysteem alsnog geen zin, omdat het opdrachtgevers niet aanmoedigt tot goed gedrag (los van intrinsieke zorgen om zelfbeeld en een placebo-effect voor zover ze denken dat reputatie wél uitmaakt). De onderzoekers creëerden op 36 opdrachtgevers die enkel verschilden in reputatie. Vervolgens keken ze naar de snelheid waarmee ze een bereidwillige klusser vonden. Bij goede reputaties bleken opdrachtgevers klussers twee keer sneller aan te trekken dan bij slechte reputaties. Daarnaast constateren de onderzoekers dat opdrachtgevers bij een slechte reputatie drie keer meer moeten betalen dan bij een goede reputatie, om klussers net zo snel aan te trekken. 

Wat leert dit? Dat klussers reputatie waarderen, dat een reputatierating betrouwbaarheid zinnig kan uitdrukken en dat een opdrachtgever veel baat kan hebben bij een goede reputatie.

Online reputatiesystemen zijn dus effectieve regelaars van arbeidsverkeer. En dat zonder dat er een vakbond bij komt kijken.

Auteur

Categorieën