Ga direct naar de content

Tegenprestatie in de bijstand

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 19 2015

Van mensen die een beroep doen op de bijstand wordt tegenwoordig in veel gemeenten een tegenprestatie vereist. Rotterdam is één van de voorlopers van dit beleid en naar verluidt één van de strengste gemeenten. Hoe dit in de praktijk uitpakt wordt belicht in de film De Tegenprestatie, die vanavond om 20:25 uur wordt uitgezonden op NPO2. Afgelopen donderdag was de film al te zien in het Rotterdamse debatcentrum Arminius. Na de vertoning van de film was er een levendige discussie met onder andere de verantwoordelijke wethouder Maarten Struijvenberg (Leefbaar Rotterdam), staatssecretaris Jetta Klijnsma (PvdA), en Correspondent-journalist Rutger Bregman.

De film – absoluut een aanrader – schetst een indringend beeld van mensen in de bijstand en van medewerkers van de gemeente die het beleid rondom de bijstand uitvoeren. We kijken mee bij een groot aantal gesprekken tussen aanvragers van een bijstandsuitkering en medewerkers van de sociale dienst. Van bijstandsaanvragers wordt verwacht dat ze tenminste 8 uur per week werken. Dat kan een reguliere betaalde baan zijn, maar als dat niet lukt dan is er werk via de gemeente, meestal in de vorm van papierprikken op straat. Van mensen die langdurig in de bijstand zitten en op grote afstand van de arbeidsmarkt staan, wordt 20 uur per week vrijwilligerswerk verwacht. Voor beide groepen geldt dat de tegenprestatie niet vrijwillig is: Wie niet meewerkt, riskeert een fikse korting op de uitkering. Dat zo’n korting geen loos dreigement is, wordt ook duidelijk uit de film.

De tegenprestatie brengt heel wat emoties teweeg. Een aantal aanvragers wordt woedend als hen wordt verteld dat ze een tegenprestatie moeten gaan leveren. Sommige mensen voelen zich vernederd, gedeprimeerd, behandeld als tweederangs burgers. Een enkeling heeft er juist wel zin in. Zo zien we een man die het leuk vindt om vrijwilligerswerk te doen bij de voedselbank.

Wethouder Struijvenberg zei tijdens het debat na afloop van de film dat dat voor veel meer mensen geldt. Mensen schrikken in eerste instantie terug van de tegenprestatie, maar merken na een aantal maanden dat ze zich gewaardeerd en gelukkiger voelen.

“Gelul” werd er geroepen vanuit de zaal. Maar in haar slotwoord bevestigde één van de medewerkers van de sociale dienst het verhaal van de wethouder. Eerder bracht ook NRC een aantal positieve ervaringen in beeld onder de kop ‘Ik doe iets terug voor mijn geld, dat geeft een fijn gevoel’. En eind vorig jaar was er het proefschrift van Thomas Kampen, waarin op basis van tientallen interviews wordt geconcludeerd dat verplicht vrijwilligerswerk door bijstandsgerechtigden gunstige gevolgen heeft voor hun zelfvertrouwen, zelfrespect, en sociale contacten.

Zou het werkelijk? Leidt de tegenprestatie uiteindelijk tot gelukkigere bijstandsgerechtigden? Velen zullen hierover sceptisch zijn. Het weerhoudt de Rotterdamse wethouder er niet van de tegenprestatie verder uit te rollen, naar de resterende 20 van de 42 Rotterdamse wijken. Het is van het grootste belang daarbij een brede effectmeting te doen, die verder gaat dan nagaan of mensen sneller uit de bijstand en naar een betaalde baan stromen (zoals in deze studie van SEOR is gedaan). We moeten te weten komen wat de tegenprestatie met het welbevinden van mensen doet. Domineert de vernedering, zoals tegenstanders beweren? Of hebben gunstige effecten op zelfvertrouwen en sociale contacten (uiteindelijk) de overhand? Als het onderzoek nu start, dan zijn de eerste resultaten ruim op tijd binnen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Dat lijkt mij een mooi perspectief voor zowel overtuigde voor- als tegenstanders van de tegenprestatie.

Auteur

Categorieën