Ga direct naar de content

Economen in de media

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 11 2012

‘Economie: Is die wetenschap nog wel serieus te nemen?’ zo kopte de Volkskrant afgelopen zaterdag in de weekendbijlage. Daaronder een illustratie waarop twee neerstortende (of stuntende?) passagiersvliegtuigen te zien zijn. Al met al een onheilspellend beeld. Alsof er een ernstig geval van wetenschapsfraude aan het licht is gekomen binnen de economische wetenschap. Gelukkig blijkt dat niet het geval. Het artikel, geschreven door Xander van Uffelen, gaat over het gebrek aan eensgezindheid onder economen over actuele beleidskwesties. Of, zoals de intro het ronkend noemt, over economen die vechtend over straat rollen.

Nu zou het kunnen dat ik veel spannende debatten en seminars misloop, maar het is mijn stellige indruk dat het met die onenigheid onder economen eigenlijk reuze meevalt. Sterker nog, de geschetste onenigheid lijkt mij toch vooral een beeld dat door de media zelf wordt gecreëerd. Televisie- en radioprogramma’s hebben liever twee kemphanen in de studio die elkaar in de haren vliegen, dan twee genuanceerde economen die het grosso modo met elkaar eens zijn. Liever een spannende uitzending, dan een informatieve, zo lijkt bij veel tv- en radioprogramma’s het streven. De schrijvende pers doet hier niet veel voor onder. Twee quotes die elkaar tegenspreken worden liever afgedrukt dan opgehelderd. Of de lezers, luisteraars en kijkers op deze geënsceneerde onenigheid zitten te wachten, is de vraag.

Van Uffelen besluit zijn artikel met een aantal nuttige adviezen aan economen. Ik zou daar graag een aantal adviezen aan de media aan toe willen voegen:

1) Stel je vraag aan de juiste econoom
Een cardioloog vraag je niet om ook even naar je longen te kijken. Net zo min zouden journalisten aan een arbeidseconoom moeten vragen door welk beleid de rust op financiële markten terugkeert. Of aan een monetair econoom hoe de ziektekostenverzekering het best hervormd kan worden. Nederland kent een grote verscheidenheid aan economen en het zou de beleidsdiscussie ten goede komen als die beter benut worden. De nieuwe ‘Wie is wie’ op deze website kan hierbij een handige gidsfunctie vervullen.

2) Stel de juiste vragen aan de econoom
Van Uffelen stelt terecht dat economen in het beleidsdebat duidelijk zouden moeten aangeven wanneer hun opvattingen gekleurd worden door persoonlijke politieke overtuigingen. Beter nog zou het zijn als de media zich wat meer zouden beperken in het soort vragen dat ze stellen aan economen. Het antwoord op de vraag wat het beste beleid is, is altijd politiek gekleurd (Pareto-verbeteringen daargelaten). Niet zo vreemd dus dat economen wat dat betreft geen consensus vertonen. Het laat vooral zien dat er verscheidenheid is wat betreft politieke kleur onder economen. Beter is het om de econoom te vragen naar de gevolgen van verschillende beleidsopties, en naar hoe waarschijnlijk die gevolgen zijn. De vraag naar zijn persoonlijke voorkeur is eigenlijk irrelevant.

3) Zoek niet te lang naar onenigheid, soms zijn economen het gewoon eens!
Het is niet moeilijk om onenigheid te vinden. In de brede economengemeenschap is er, na een middagje stevig doorbellen, bij bijna ieder standpunt wel een tegenstander te vinden. Maar als het zestig telefoontjes heeft gekost om aan een dissident geluid te komen, dan heeft de lezer/kijker/luisteraar er recht op te weten dat dit standpunt een uitzondering is.

Auteur

Categorieën